Categorieën
Cultuur Politiek en Geloof

Zwijgen is goud voor Terry Jones

De Iraanse voorganger Youcef Nadarkhani in de periode voor de gevangenschap

Het verbranden van korans drijft moslims in de armen van de radicale geestelijken. Dat zegt Evert te Winkel. Groepen die onderdrukt worden dient een voorganger als Terry Jones daarmee niet. Het tegendeel is waar.

Evert te Winkel

De politieke situatie in Iran, waarbij macht en religie nauw verweven zijn, is zeer zorgelijk, zeker ook die van de voorganger Youcef. Zijn gevangenschap is een zaak van de overheid, waarin islam zeker een rol speelt, maar mensen die denken dat het verbranden van korans voorganger Youcef Nadarkhani zijn vrijheid kan bezorgen, de voorganger hangt een executie boven het hoofd, hebben een plat en eenzijdig beeld van de werkelijkheid.

Terry Jones doet dit toch. Hij strijdt voor een op zich goede zaak, namelijk de vrijheid van Youcef en de vrijheid van godsdienst in Iran, maar door de godsdienst van Iran te ridiculiseren en de in Iran gehate cultuur van de VS als deel van de christelijke godsdienst te presenteren. Sterker, in zijn toespraak maakt Jones duidelijk dat wat hem betreft de Amerikaanse grondwet en de bijbel op één lijn liggen. Het is natuurlijk ook zo dat in de VS religie en politiek erg nauw verweven zijn.

Niet alleen herkent Jones niet dat er grote verschillen zijn binnen de islam, ook herkent hij niet dat juist in zijn eigen christendom de verschillen enorm zijn. Niet alle christen zijn van het kaliber ‘God bless America’, ook omdat veel christenen geloof en nationalisme uit elkaar willen houden. In zijn toespraak doet Jones het tegenovergestelde: hij zegt dat de Amerikaanse cultuur, en zelfs de grondwet, gevaar loopt door de groei van de islam. De Amerikaanse waarden, volgens de voorganger christelijk, zouden gevaar lopen door de komst van islamitische waarden en normen. De alledaagsheid van religie speelt geen enkele rol in de opvattingen van Terry Jones en de politieke situatie rond Yousef Nadarkhani heeft geen verband met de Amerikaanse grondwet.

Als voorbeeld van het islamitisch gevaar gebruikt hij Europa. ”Na de Tweede Wereldoorlog had men dat nooit gedacht, maar in Europa zijn nu meer dan vijftig miljoen moslims”, zegt hij. Het laatste is juist, in Europa zijn ongeveer 53 miljoen moslims. Maar Terry Jones wekt de indruk dat deze moslims pas na de Tweede Wereldoorlog gekomen zijn. Niets is minder waar. Rusland, met 25 miljoen islamitische inwoners, heeft al sinds de zestiende eeuw een grote islamitische minderheid, daarnaast leveren ook landen in het zuidoosten van Europa, zoals Servië en Europees Turkije, die traditioneel veel mosliminwoners hebben, een flinke bijdrage aan dit aantal. De afgelopen vijftig jaar is dit aantal toegenomen tot 7,2 procent van de bevolking, een percentage dat zeker nog geen reden is voor angst, zou de angst voor de islam als geheel al terecht zijn.

Het voorbeeld van Europa hoeft de VS dus geen angst in te boezemen, zo’n vaart loopt het allemaal niet. Is het in de VS echter zo dat er sprake is van een forse groei, dan nog hoeft dat geen  gevaar op te leveren voor de Amerikaanse rechtsstaat en zeker niet voor de constitutie.

Van belang is dit allemaal niet. Waar het om draait is dat Jones voor een goed doel met de verkeerde middelen de verkeerde doelgroep bereikt, de middelen: Haat en minachting, de doelgroep: Moslims over de hele wereld. Maar alleen politieke keuzes van de elite van Iran zullen het leven van voorganger Youcef kunnen redden en hem zijn vrijheid terug kunnen geven. En hoe flauw ook: De marginale voorganger Terry Jones heeft de politieke middelen niet om de kans op bevrijding van Youcef te vergroten. Wel de middelen overigens om deze kans te verkleinen en het repressieve klimaat in Iran te versterken. En precies deze middelen zet Terry Jones in.

In het boek Islam van de serie Jonge denkers over grote religies schrijft Frank Meester over zijn vragen over de islam die hij aan zijn gewone islamitische buren stelt. In zijn slotwoord stelt hij zich de vraag of hij de antwoorden wel gekregen heeft op de vragen die hij stelde. Nee, zegt hij:

“Heb ik antwoorden op deze vragen gekregen? Niet echt. Zijn de vragen daarom verkeerd? Ook niet. Ik merkte dat zodra ik uit de gesprekken die ik had antwoorden ging destilleren op mijn vragen, deze plat en simplistisch werden. […] Ik had gehoopt met het schrijven van dit boek een probleem dat in mijn leven speelde te kunnen oplossen. […] Mijn verhouding tot moslims is iets waar ik, net als bij mijn andere verhoudingen, aan moet blijven werken. Zodra ik hen vastpin, maak ik hen tot karikatuur.”

Samenvattend is de les die Frank Meester geleerd heeft bij het schrijven van dit boek is dat ‘de ander’, in dit geval een groep moslims nooit in een eenvoudig schema van goed en fout te vangen is, een waardevolle les die Terry Jones nog moet leren. Een les ook die de regering van Iran leren moet, zij kunnen laten zien deze waardevolle les geleerd te hebben door voorganger Youcef vrij te laten. De politiek moet de druk opvoeren op Iran om de voorganger vrij te laten.

Ondertussen moeten voorgangers als Terry Jones zich koest houden. Zij maken van heel de islam hun vijand. Moslims zullen mogelijk denken dat wie de vijand van hun vijand is, wel hun vriend moet zijn. Een logische gedachte. Maar als die klopt, dan drijven de daden van Terry Jones de alledaagse moslim in de armen van de repressieve islamitische regimes en vergroten daarmee de draagkracht van regimes die een Youcef gevangen zetten en zelfs veroordelen tot de doodstraf. Youcef is daar zeker niet mee gediend.

Door Evert te Winkel

Initiatiefnemer van Vrijzinnig Evangelisch. Ooit een wat zurige bijna-ex-evangelische, inmiddels opbouwend-kritisch evangelisch. Probeert aardiger te zijn.