Categorieën
Boekbesprekingen

Verfrissende kerk

Mission shaped church, fresh expressions, church, changing worldVernieuwing in de kerk kunnen we nooit alleen, zegt Mark Peter van der Bijl. Hij recenseerde het boek Mission Shaped Church, als vervolg op zijn vorige artikel over innovatie in de kerk. Volgens Mark Peter biedt het boek goede handvatten voor innovatie en voorspelt het ook waar vernieuwing toe leidt. Het belangrijkste nog is dat het boek volgens Van der Bijl ook mensen die van nature geen vernieuwer zijn enthousiast raken door dit boek.

Mark Peter van der Bijl

Fresh Expressions is de naam van een beweging in Engeland, met als doel het komen tot nieuwe uitingen van missie en kerk, inclusief het stichten van nieuwe gemeenten, maar dan op een manier die relevant is voor de mensen van vandaag. Omdat de maatschappij de laatste tientallen jaren enorm is veranderd, voldoet de huidige wijze van kerk zijn (als enige manier) volgens de initiatiefnemers niet meer. Andere manieren van kerk zijn en kerk doen, zijn volgens hen nodig. In het boek mission-shaped church wordt dit concept uitgebreid behandeld met een groot aantal voorbeelden van jeugddiensten tot café-kerken en bijeenkomsten zonder kerkgebouwen. Op de bijbehorende website berichten ze dat in de Church of Engeland (Anglicaanse Kerk) inmiddels al duizend ‘congregations of fresh expressions’ zijn begonnen, in de Methodistenkerk, die als partner in dit project meedoet, zou het om een zelfde aantal gaan.

Het boek mission-shaped church is geschreven door een werkgroep van de Church of England en als rapport aangeboden aan de kerk in 2004. Het bouwt voort op een vorig rapport Breaking New Ground: church planting in the Church of England uit 1994, waar het regelmatig uit citeert of naar verwijst. Ging het vorige rapport nog uit van het ‘parish principe’ als basis voor kerk zijn, inmiddels is dat idee losgelaten. Ook het boek New Wineskins (geschreven door David Pytches and Brian Skinner, Guildford: 1991) van twee Anglicaanse bisschoppen, pleitte voor het opheffen van de rigiditeit van dit systeem, maar de tijd was daar waarschijnlijk toen nog niet rijp voor.

Het kernwoord uit het boek (naast Fresh Expressions) is netwerk. Door sociologische en demografische redenen is de maatschappij een netwerk maatschappij geworden met een hogere mobiliteit dan ooit. De maatschappij is gefragmenteerd en de zondag is niet meer de vanzelfsprekende dag om een kerkdienst te houden. Ik denk zelf dat Engeland hierin wat voorloopt op Nederland. Het netwerk van mensen is er nauwelijks meer buurtgebonden, vandaar de noodzaak om de diverse bevolkingsgroepen te bereiken via hun andere netwerken. Daarom voldoet één standaard wijzen van kerk-zijn niet meer.

De uitdaging is dus ook om na te (blijven) denken wat het betekent om kerk te zijn en wat het doel van de kerk is. Nieuwe vormen en nieuwe manieren van kerk-zijn zijn nodig, maar ook nieuwe woorden die kerk-zijn beschrijven. ‘Fresh expressions’ is daarom de verzamelnaam van al die vormen, zowel de nieuwe als ook de meer traditionele vormen van kerk-planting. Van belang is ook om te ontdekken wat de doelgroep is die je wilt bereiken. Het boek onderscheidt (pagina 37) daarin de non-churched, de de-churched, de regular attenders en de fringe (de mensen aan de rand). Elke (doel)groep heeft zijn eigen aanpak nodig.

Het sterke aan het boek is dat het vele praktijkvoorbeelden geeft van de diverse vormen van ‘Fresh Expressions’, met het waarom en de wijze van aanpak. Het geeft daarbij ook de sterke en zwakke kanten aan van de gekozen aanpak. Een punt wat steeds terugkomt en wat name belangrijk is in de context van de Anglicaanse kerk, is het overleg en toestemming van de bisschop.  Dit kan het proces wel vertragen, maar zal door de grondige voorbereiding (waarschijnlijk) meer kans van slagen hebben en geeft ook meer continuïteit bij leiderschapswisselingen. Dit geeft wat mij betreft een mooi voorbeeld voor de meer individualistische evangelische wereld, waar vaak alleen de persoonlijk ervaren leiding van God voldoende is om een nieuwe gemeente te starten.

Ook besteedt het boek een hoofdstuk over welke theologie en ecclesiologie een missionaire kerk moet hebben. Centraal staat het werk van Christus en de Geest, maar wat ook nodig is, is om dit evangelie te contextualizeren. Ook gebruikt het boek het woord ‘inculturation’ hiervoor vaak. Het belang wordt benadrukt dat het karakter en roeping van de kerk is, om één, heilig, katholiek en apostolisch te zijn, zoals al sinds Nicea beleden wordt.

De mogelijke methodologie wordt verduidelijkt door de drie kernvragen, who is the plant for?, who is the plant by? en who is the plant with? (p. 110-113),waarbij de plant de nieuw te starten gemeente is. Dit dwingt tot nadenken over een aantal essentiële vragen, die vele problemen later kunnen voorkomen. De laatste twee hoofdstukken geven een framework en aanbevelingen die zowel praktisch als leerzaam zijn. Als aandachtspunt wordt vooral het belang van (goed) leiderschap genoemd. De kwaliteit van het leiderschap heeft namelijk de grootste invloed op het resultaat wat beoogd wordt. Ook de combinatie van de pionier en het team en de samenstelling van het team worden besproken. Ik denk dat hier de grootste winst kan worden behaald, zowel bij de selectie als de training van leiders.

Ook de soms gespannen verhouding tussen (hoog) opgeleide professionals en ‘leken’ zal de nodige aandacht vragen. In de kerkorde van vooral de traditionelere kerken is niet altijd rekening gehouden met deze nieuwe ontwikkelingen. De grens tussen ‘lay’ en ‘ordained’ zal op den duur wel (moeten) vervagen en de opleidings- en trainingsbehoefte (en de invulling daarvan) zal op beide groepen van toepassing zijn. Hoewel ik van nature geen vernieuwer ben, ben ik toch erg enthousiast geraakt over dit boek en de concepten en mogelijkheden die in het boek worden beschreven. Vooral het idee dat gemeente stichten geen zaak van klonen is, maar kijken naar de mogelijkheden en behoeften die er zijn bij zowel de doelgroep als degenen die dit willen en kunnen gaan uitvoeren. Dit was voor mij een echte eye-opener.

Kortom, dit boek is een aanrader voor wie verder wil denken over vernieuwing en die ideeën en inspiratie kan gebruiken, maar vooral voor degenen die moeite hebben met vernieuwing en innovatie. Het biedt hen een kans om meer  begrip te krijgen voor andere vormen van kerk-zijn en voor degenen die daar mee bezig zijn. Want vernieuwing is nodig en ook niet tegen te houden. Maar de manier waarop, daar hebben we elkaar voor nodig.

Naschrift: In Amsterdam wordt al nagedacht over de toepassing van Fresh Expressions in deze stad. Verschillende buurtgemeenten hebben aparte profielen en zijn in beperkte mate doelgroepgericht.

“In het beleidskader voor de komende jaren heeft de werkgemeenschap van predikanten aangegeven te willen experimenteren met regiovieringen, waarbij op alle onderdelen wordt ingezet op de hoogst mogelijke kwaliteit en die een duidelijk profiel hebben. Vieringen waar je zonder schroom je buren en vrienden mee naar toe neemt en waar flink reclame voor kan worden gemaakt. Niet elke viering hoeft een event te zijn, maar oefenen in samenwerking tussen wijkgemeenten om een paar maal per jaar een echt bijzondere viering te houden voor oude en nieuwe kerkgangers, kan een impuls zijn voor de toekomst van de eredienst in de stad.”

Ook een filmpje van Fresh Expressions op het gebied van ‘new monasticism’, wat gaat over kleine (intieme) gemeenschappen.

Door Mark Peter van der Bijl

Mark Peter van der Bijl deed naast zijn werk als ict-er een masterstudie Theologie aan de Vrije Universiteit. Eerder studeerde hij in deeltijd Godsdienst Pastoraal Werk aan de CHE in Ede. Van der Bijl geeft in de avonduren les aan een theologische opleiding. Ook is hij auteur van het boek Profetie in context.

3 reacties op “Verfrissende kerk”