Categorieën
Cultuur

McOpwekking

De kerken in Nederland moeten ervoor waken niet allemaal dezelfde liedjes te gaan zingen. Niet alleen cultureel, maar ook religieus is dat de dood in de pot, volgens Evert te Winkel. Opwekking, waarvan de conferentie vandaag de éénna-laatste en traditioneel meest drukbezochte dag ingaat, is leuk, maar moet niet in alle kerken gezongen worden.

Evert te Winkel

De term McCulture -McDonaldscultuur- werd tien jaar geleden door het tijdschrift ThirdWay voor het eerst in combinatie met het christelijk geloof gebruikt, in een artikel met de onheilspellende titel ‘Re-inventing Church‘. Doel van het artikel van Brian en Kevin Draper (auteurs van het boek Refreshing Worship) was om richting te geven aan kerken om met veranderende cultuur om te gaan, in plaats van te blijven steken in de cultuur van dertig, tweehonderd of zelfs vijfhonderd jaar geleden. De rol van de term McCulture was die van een waarschuwing: Dat de kerk wereldwijd hetzelfde zou zijn, overal dezelfde liedjes zou zingen en overal dezelfde spirituele ervaringen op zou doen.

De term bleek met name een mode-term en is inmiddels vrijwel volledig in de vergetelheid geraakt, maar de beschreven problematiek veranderde niet. Vandaag is het de ‘grote sing-in-dag’ van de bekende Opwekking Pinksterconferentie en eveneens vandaag worden dezelfde opwekkingsliedjes gezongen in kerken van allerlei statuur.

McCulture, ook wel ‘McDonaldisering van de cultuur’ genoemd, is de naam van de ontwikkeling waarin culturen wereldwijd door moderne communicatiemiddelen en de invloed van multinationals steeds meer op elkaar, en met name op de Amerikaanse cultuur, gaan lijken. De wereld lijkt nu al meer op de Verenigde Staten en de wereld zal, als je de verschillende onderzoeken moet geloven, nog meer op de Verenigde Staten gaan lijken. Deze McCulture beïnvloedt de Amerikaanse cultuur ook sterk, die dreigt te veranderen in een enerzijds meer belevingsgerichte cultuur en anderzijds ‘vertechnologiseert’. De cultuur op zich verliest dus haar herkenbaarheid. Deze cultuur is nu een belangrijk exportproduct van de VS.

De grote vraag is voor hoeverre deze McDonaldscultuur ook de kerk, met daarbij het geloof, beïnvloedt en hoe dan. Welke tendensen zijn er nu al te zien en welke tendensen liggen voor de toekomst klaar? Het artikel in ThirdWay zegt iets interessants over de beïnvloeding van de kerk door de McDonaldscultuur: “Momenteel vragen wij mensen om onze God te aanbidden vanuit een subcultuur die tweehonderd jaar oud is, of dertig jaar oud, wat bijna net zo erg is.” De woorden van de schrijvers laten wat betreft de mening hierover weinig aan duidelijkheid te wensen over: Zij kijken hier zeer negatief tegenaan. Vanuit deze gedachte, dat de kerk met de tijd mee moet gaan, ontstaat in dit artikel als vanzelf de noodzaak voor die tegenovergestelde waarschuwing naar de kerk: om niet met de McDonaldscultuur mee te gaan, maar plaatselijk herkenbaar te blijven.

“Perhaps the most crucial aspect of any ‘alternative’ worship (het artikel gaat vooral over vernieuwing binnen de ‘aanbiddingsmuziek’ in kerken, EtW) is that it is local. […] One of the greatest mistakes the church has made is to ape our increasingly homogenous global McCulture and offer prepackaged worship. You can buy a Big Mac in Belfast or Buenos Aires – and you can probably find the same kind of church next door, offering the same spiritual experience.”

Waar de kerk met de ontwikkeling van de cultuur meegaat, ontstaat in een cultuur die zich ontwikkelt naar een McCulture onafwendbaar ook het risico op gelijkschakeling met McCulture. Een voorbeeld is de wereldwijde populariteit van Hillsong, waarbij deze op pop en rock gebaseerde liedjes veel in de kerken worden gezongen. Hillsong wordt waarschijnlijk opgevolgd door de volgende populaire muzikant die christelijke rock maakt. En zo zingen alle kerken, veel kerken tenminste, dezelfde liederen, dezelfde rockmuziek. In Nederland is Opwekking het voorbeeld, niet alleen pinksterkerken zingen wekelijks uit de bundel, maar ook veel andere kerken, ook van behoudender snit. Overigens heeft ook Opwekking verschillende liederen van Hillsong overgenomen en vertaald. Dat is niet erg, muziek is niet meer dan een vorm, een taboe op enige muziekstijl, orgelmuziek of heavy-metal, geeft geen pas. Er is ruimte voor allerlei vormen, voor allerlei stijlen. Muziek is een onderdeel van de verpakking.

Wel gaan kerken uiterlijk steeds meer op elkaar lijken wanneer zij dezelfde muziek gebruiken in de ‘aanbidding’. Muziek is een prominent onderdeel van de kerkelijke eredienst en een soort visitekaartje voor een bepaalde gemeente. Muziek bepaalt voor een deel de sfeer in een kerk, of mensen zich er thuis voelen, en muziek zorgt voor een ontvankelijke geest bij de bezoekers. Als de gezongen liederen overal hetzelfde zijn, dan neemt de herkenbaarheid van een gemeente sterk af. Dit geldt dus niet alleen voor muziek, maar voor de breedte van de kerk. Niet alleen in Nederland, maar wereldwijd gaan kerken steeds meer op elkaar lijken, met dezelfde kruizen, dezelfde rituelen, vaak niet als zodanig herkend, dezelfde liturgie en dezelfde filmpjes.

De zaak waar de heren Draper voor waarschuwen is dus nog altijd volop relevant. Uiteindelijk boeten kerken aan aantrekkelijkheid in door niet langer anders te zijn dan de wereldwijde cultuur, waardoor opheffing niet alleen noodzakelijk, maar zelfs bevrijdend wordt.

Naschrift: Per abuis was in de samenvatting bericht dat vandaag de laatste dag van Opwekking is. Dat is vanzelfsprekend onjuist. Wel is het traditioneel de meest drukbezochte dag door de komst van vele dagjesmensen.
EtW

Naschrift 2: Jurjen van Houwelingen schreef een blog over aanbiddingsmuziek naar aanleiding van het boek And now let’s move into a time of nonsense. Daarin somt hij de belangrijkste tips voor de schrijvers van aanbiddingsliederen op:
– Techniek is belangrijk, maar vervangt niet het belang van gebed, bijbelstudie en contemplatie. Techniek helpt om deze disciplines op een goede manier vrucht te doen dragen
– Controleer (bij anderen) of je woorden werkelijk betekenen wat je denkt dat ze betekenen
– Ontloop (bijbelse) clichés (stromende rivier) en vermengde metaforen (vuur loutert en gevormd als klei, geen vormend vuur)
– Beter geen rijm dan slechte rijm, en als je rijmt: hou het simpel en sterk
– Geef je werk de tijd om te rijpen, te ontwikkelen en te veranderen
– Dat het in de bijbel staat is geen garantie voor goede lyrics
– Beperk ‘bijbelse’ taal tot een minimum
– Probeer nieuwe beelden te vinden met hedendaagse relevantie
– weersta de verleiding: qoute niet de bijbel maar probeer haar te verkennen en uit te leggen
– En misschien de belangrijkst tip: schrijf samen! Zorg dat je als muzikant dichters en schrijvers om je heen verzamelt die meedenken en schrijven.

Door Evert te Winkel

Initiatiefnemer van Vrijzinnig Evangelisch. Ooit een wat zurige bijna-ex-evangelische, inmiddels opbouwend-kritisch evangelisch. Probeert aardiger te zijn.

9 reacties op “McOpwekking”

Kijk naar de Rooms Katholieken: wereldwijd ongeveer hetzelfde. Is dat een zwakte? Volgens mij niet, want dan kun je als katholiek je makkelijker verbonden voelen met de katholieken buiten je eigen land. Na emigratie of verhuizing is het dan vaak ook een stuk makkelijker om een nieuwe gemeente te vinden dan voor protestanten.
Wat de opwekkingsliederen/Hillsong betreft (maar ook Taize en Iona!): laten we zorgen voor variatie binnen de gemeentes! Elke dag Mac is niet gezond, maar elke dag andijvie stamppot ook niet…

Precies wat Menno in de eerste alinea zegt. Herkenbaarheid is nodig voor eenheid. De tweede alinea kan ik minder mee uit de voeten, omdat ‘eenheid binnen verscheidenheid’ ook best postmodern is. Dan word de kerk een soort de wereld draait door show. Het artikel geeft terecht aan dat er een zekere verworteling met de lokale cultuur moet zijn, door bijvoorbeeld altijd in de lokale taal te zingen.
Waar ik mij het meest zorgen om maak is dus niet dat er één soort muziekstijl gehanteerd word maar meer de inhoud van die muziek en teksten. Daar schort het aan in de opwekkingsbundel en Hillsong. Theologisch is er niet veel aan, het gaat altijd over de overwonnen koning Jezus, over de Troon, en hoe blij we wel zijn. Ik denk dat men niet begrijpt dat samen zingen, het woord samen zegt het al, iets is voor de gehele bijeenvergaderde gemeenschap. Vrouwen, mannen, kinderen, ze verheffen samen hun stem om God lof te zingen. Dat is de functie van zingen. In de opwekkingsbundel staat echter het individu voorop.

Liturgisch zijn de verschillen tussen gemeenten volgens mij niet zo groot. Het stramien in kerken is vaak herkenbaar, met zang, gebed, preek en zegen. Andere dingen die regelmatig of altijd (verschilt per kerk) terugkomen zijn Heilig Avondmaal/Eucharistie, drama, filmpjes enz. Maar het stramien is binnen iedere kerk herkenbaar. Maar iedere kerk hoort in mijn ogen ook los van andere kerken herkenbaar te zijn. Dat kan door middel van filmpjes en drama, maar juist ook de liedkeuze is hiervoor in mijn ogen belangrijk. Het bepaalt de eerste indruk van een gemeente en is daardoor voor bezoekers erg belangrijk.

Inhoudelijk is er natuurlijk ook wel wat aan te merken op Opwekking, het is in zekere zin eenzijdig, maar dat is natuurlijk geen nieuws. De liederen zijn vanaf het begin bedoeld om opwekkend te zijn en dus vol oppervlakkige vrolijkheid. Inmiddels zijn er wat liederen die iets minder opwekkende vrolijkheid hebben, maar het blijft vanzelfsprekend erg eenzijdig. Opwekking is in ieder geval niet geschikt als enige bundel in een kerk, al wordt het wel veel op die manier gebruikt.

En vanzelfsprekend heeft de inhoud van de gezongen liedjes ook invloed op de inhoud van de preken, die vaak aan elkaar worden aangepast. Met de groei van Opwekking, maar misschien begon dat al bij Johannes de Heer, heeft de donderpreek ook aan populariteit ingeboet. Dat laatste vind ik op zich niet zo erg, ook dat is eenzijdig, maar het zegt wel iets over de invloed van muziek op de inhoud van de theologie.

Daarmee versterkt de keuze voor liederen het gezicht van de kerk alleen maar, waardoor diversiteit tussen kerken (maar inderdaad ook binnen kerken) ook meer beïnvloed wordt door de liedkeuze.

Als laatste is de opmerking van Jan-Peter erg juist dat samenzang een collectieve daad is en het goed is als de liederen daarop aangepast zijn. Die onderschrijf ik volledig.
Evert te Winkel

Ik zou graag een ‘Vind ik leuk’ aan willen kruisen hier, kan me namelijk in deze reactie helemaal vinden. Ik heb als protestant in het buitenland gewoond en ben uiteindelijk in Nederland katholiek geworden.

JanPeter. Kan je je openingszin ‘herkenbaarheid is nodig voor eenheid’ voor bij onderbouwen vanuit de bijbel? Mijns inziens klinkt het allemaal heel mooi, maar herbergt het een beetje een (de wereld draait door) wereldse mentaliteit. In de wereld is het credo ‘wat de boer niet kent dat vret ‘em niet’ , maar in de kerk is het toch ‘in ootmoet achtte de één de ANDER uitnemender dan zichzelf’. Er is geen kunst aan om eenheid te ervaren met mensen waarin je jezelf herkent, maar kun je ook eenheid ervaren met mensen – en dan in de context van deze discussie met name christenen – die heel anders zin dan jij? Als je dat niet kan maakt het geen bal uit wat voor liederen je zingt, want dan gaat het pas echt om het individu. Als je een andermans lied kan zingen, het lied van die ander die heel anders gebekt is, dan is je lofzang een lieflijke reuk voor God. Dan maakt het niet uit of je Johan de Heer, Psalm, Gezang of Opwekking zingt. Dan wordt God ge-eerd doordat de aanwezigheid van Zijn Geest in de gemeente zichtbaar is. Toch?

Ook hier lijkt me dat plaatselijk meer duurzaam is. Eigen muziek van eigen grond kan heel voedzaam zijn voor de beleving.

Gebruik liever je eigen talenten voor je eigen beleving en niet voor het overnemen van muziek en cultuur van de MacDonaldised praise idols.

Als je alleen een DJ en orgelspeler in je kerk hebt doe je daar wat mee. Heb je een violist en metal drummer, dan doe je daar wat mee, bij wijze van spreken.

Waarom denk je dat God mensen met bepaalde talenten op je af laat komen, om ze te negeren en in een Hollywood of verouderd religieus keurslijf te duwen?

@Marco van Vuuren: even een tijdje nodig om over je vraag na te denken. Ik heb meerdere wegen geprobeerd, elke weg had wel wat nuttigs maar was het niet helemaal. Toch geef ik wat gedachtes weer.
Ik ben me eerst gaan afvragen: wat is stijl? Waaruit bestaat stijl? Waaruit ontstaat stijl?
Volgens mij is stijl een aantal gemeenschappelijk gedeelde gedachtes over de waarheid. Estethiek bestaat daar ook uit: wat is erend naar God toe? Ik heb een evangelisch iemand nooit over de vreze des Heren horen praten. Gereformeerden doen dat wel. Hoe komt dat vraag ik me af. Om de zinsnede ‘de vreze des Heren’ zitten een aantal gedachtes omheen, die ofwel bepaald zijn door Gods Woord ofwel bepaald zijn door de cultuur (en waarschijnlijk door beide). Ook al is het cultureel bepaald het betekent niet dat ze er niet zijn en dat ze een niet bepaalde uitspraak doen over de waarheid. Bij een gereformeerde zal bij de zinssnede ‘de vreze des Heren’ meer een ‘gepaste eerbied’ inzitten, een afstand tussen de grote God en de nietige mens. Misschien dat je er niet mee eens bent dat gereformeerden zo denken maar wat ik wil aangeven is dat er gedachtes op de achtergrond meespelen die de stijl bepalen. Daaruit trek ik de conclusie dat je niet zomaar even kunt veranderen van stijl. Het heeft geen stijl je stijl elke zondag veranderen. Zeker omdat je daar niet bent om mensen te ontmoeten maar samen met mensen de Andere te ontmoeten, God! En daar God de Waarheid is, stijl berust op gedachtes die aanspraak maken op de waarheid, je Hem in geest en in waarheid moet ontmoeten, kun je niet zomaar veranderen omdat je dan de waarheid tot een subjectieve gelegenheid maakt!
Nu weet ik ook wel dat dat wel al te rechtlijnig gedacht is daar ik het subjectieve element geheel weg lijk te zuiveren. Het probleem dat ik met het subjectieve heb is dat daar moelijk een gedefieerde uitspraak over te doen valt. Er zijn uitspraken waarvan ik wel erken dat ze subjectief zijn maar op een bepaalde manier weet het subjectieve zich enkel en alleen uit te drukken in objectieve zaken: ‘mijn vrouw is de liefste!’ Subjectief? Voor manlief niet! Wat bepaald of een compenent uit subjectiviteit of objectiviteit bestaat? Dat is de grote vraag waar ik nu weer eens op gestuit ben. Ik voel donders goed aan dat er subjectiviteit bestaat evenals objectiviteit. Ik geloof dat de Bijbel een boek is vol met objectieve feiten over bovennatuur en natuur. Ik geloof dus dat de Bijbel onfeilbaar is, jij wellicht niet. Ik geloof ook dat subjectiviteit bestaat. Maar welke plaats krijgt het? (in bijzonder is die vraag van toepassing in de kerk).
Wellicht kun je me aanscherpen en laten zien waar ik de fout maak. Wellicht goochel ik met woorden. Je zegt het maar!

Oeps! Ik weet al waar ik een fout heb gemaakt. Ik had het hele stuk over objectiviteit en subjectiveit weg kunnen laten. Iets kan goed zijn en iets anders ook goed maar anders goed. En beter maakt goed niet slecht. Werpt weer andere vragen op, wat maakt A beter dan B als ze beide goed zijn, kan dat? Bezorgen mijn arme hersenpan overuren.

Hoi Jan-Peter,
Ik heb moeite om inhoudelijk op je bijdrage te reageren.
Er is zo veel dat je schrijft wat alleen maar vraagtekens oproept.
Je begint met een aantal zelfgemaakte definities aangaande ‘stijl’ en ‘estethiek’, om even later aan te komen met een heel relaas over objectiviteit vs. subjectieviteit. Als je objectiviteit zozeer boven subjectiviteit/beleving verkiest is het mijns inziens (subjectief) beter je bij algemeen aanvaarde definities van begrippen te houden en gewoon te beschrijven wat je bedoeld. Nu snap ik er -met alle respect – geen hout van.
Sterker: iets dat subjectief is – zoals eerdergenoemde definities – is vaak veel makkelijker te herkennen, dan iets dat objectief is. Objectieve dingen, waarnemingen, vragen verificatie, zijn controlleerbaar.
Is het waargenomene controlleerbaar juist dan mag deze als objectief beschouwd worden. Lastig maar duidelijk.

Daarna schrijf je over ‘Gereformeerden’ die spreken in het vrome ‘de vreze des Heeren’ vs. ‘een Evangelisch iemand’ die je er nog nooit over hebt gehoord. Ik ken een heleboel ‘Gereformeerden’ die het er inderdaad wel over hebben, en inderdaad de grote hoeveelheid ‘Evangelische iemanden’ die ik ken praten er niet vaak over. Hooguit praten ze over dat er meer over gepraat mag worden. Daarin maken ‘we’ dan misschien wel dezelfde fout, namelijk deze: Het Koninkrijk van God is een geen rijk van woorden, maar een rijk van kracht. We moeten daders des Woords zijn. Dat betekent concreet dat we er wel met elkaar over kunnen praten, maar uiteindelijk moeten we het gewoon DOEN! We moeten God dus vrezen ipv – wat ik dus nu doe – te praten over het vrezen van God.

Last but not least. Ik beschouw de Bijbel als Gods onfeilbaar Woord.
Heel het verhaal over goed/beter/best en waar/onwaar laat ik maar even voor wat het is.
De Bijbel is in een bepaalde tijd en context geschreven door mensen die deelgenoot waren van de cultuur waarin zij op dat moment leefden. Om hen te begrijpen moeten we de context begrijpen en hebben we de leiding van Gods Geest (niet per definitie in die volgorde) nodig. Over heel de wereld lezen en leven mensen Gods Woord na. Ieder vanuit zijn/haar cultuur/paradigma. Het is lastig, zo niet onmogelijk om hierin de juiste vertaalslag te maken. Wat staat er en wat bedoeld men ermee?
We mogen allemaal de leiding van de Heilige Geest ontvangen, maar blijkbaar brengen we zelf voldoende ‘ruis op de kabel’ om niet tot een objectief universeel oordeel te komen wat ‘Goed’ is. Hooguit ‘Wie’ goed is. Jezus Christus, Gods Zoon, Verlosser!
Mijns inziens kan je niet zomaar besluiten dat ‘wij/zij het beter doen’.
Leer van elkaar! Ipv elkaar te beleren.

Mij lukt dat lang niet altijd. Ik kom oorspronkelijk uit de Christelijk Gereformeerde Kerk en heb zo mijn ideeën (vooroordelen) erover.
Ik probeer die naast mij neer te leggen.
Ik ‘kerk’ nu zo’n 10 jaar in een Evangelische Gemeente en probeer ‘uit het midden’ te blijven. Ik zoek geen consensus maar Jezus. Uit de Bijbel blijkt voldoende dat Jezus niet bepaald een middenmoter is. Mijns inziens moet je – wil je Jezus vinden – dus uit dat midden blijven, maar dat is subjectief.