In mijn eigen journalistiek-ethische systeem, dat voor mij primair over waarheid gaat, maak ik onderscheid tussen feiten, betekenis en oordeel. Hoewel dat in de praktijk niet altijd zo is, ga ik wel van de stelregel uit dat feiten voor iedereen hetzelfde zijn. Als je graag moeilijkere termen wil gebruiken zou je het ‘pragmatisch universalisme’ kunnen noemen. Ongeacht dus wat iemands levensbeschouwelijke opvatting is.
Het ‘betekenisvol kader’ kan wel verschillen, journalisten kunnen wel voor een andere selectie van feiten kiezen dus, mits doordacht. Wel moeten journalisten 1. voor de feitelijke juistheid in kunnen staan en 2. zich kunnen verantwoorden over de gekozen selectie.
Het laatste onderdeel is het oordeel. Een journalist hoort een onderbouwde mening over zaken te kunnen geven, zoals op deze site gebruikelijk is. Dat is maar een klein onderdeel van de gehele journalistiek. Wel belangrijk. Journalisten hebben een verantwoordelijkheid die verder gaat dan alleen ‘het brengen van de feiten’. Feiten zijn niet altijd eenduidig, soms ook wel, en in zulke gevallen wordt er meer dan de gebruikelijke duiding gevraagd van de journalist. Men verwacht zijn of haar mening.
Belangrijk bij dat laatste is dat je niet de massa volgt, maar je eigen koers vaart. Dat is niet eenvoudig. Volgens mij heeft Paulus een boodschap hierover, voor alle journalistiek, maar speciaal voor christelijke journalistiek.