Categorieën
Kerk

Probleem is dat geschoolde leken zwijgen

‘Paul Miller’ verdedigt dat de evangelische beweging een jonge beweging tegen de vrijzinnigheid is. Hij ergert zich aan de kritiek van Tom Wright op deze beweging. Volgens Evert te Winkel is de kritiek terecht, maar is de zere plek het gebrek aan bestudeerde leken.

De kop van een artikel is misschien wel het belangrijkste element: dit zegt kort en bondig waar het artikel over gaat. Een kop prikkelt om op te reageren en je een mening te vormen. In dit geval heb ik het over het artikel ‘Mag een leek ook iets zeggen?’, op het blog Verkenningen geschreven door een auteur onder het pseudoniem Paul Miller. Opvallend genoeg gaat het artikel niet over of de leek wat zeggen mag. Miller doelt –blijkbaar, want we kennen zijn identiteit niet en kunnen dus niet direct achterhalen of hij daadwerkelijk een leek is- op zichzelf, als zou hij een leek zijn die voor zichzelf deze vrijheid tot spreken opeist. Op een bescheiden wijze, want hij vraagt zich af of hij als leek wel zover mag gaan. Het probleem dat Miller aankaart is dat de theoloog Tom Wright met een nieuw perspectief op Paulus komt en Luther daarbij al te gemakkelijk opzij schuift.

Vanuit de positie die Paul Miller inneemt, waarin je jezelf voorstelt als leek, in dit geval duidelijk makend dat je primair vanuit jezelf reageert, jezelf verdedigt, is het prettiger debatteren, je pretenties kunnen minder zijn. Maar ook de oproep van Miller om Paulus opnieuw onbevangen te lezen maakt van een leek meer indruk dan van een bestudeerd theoloog. Een vergelijkbare strategie kennen we nog van Maarten Luther, het onderwerp van gesprek. In De knechting van de Wil, waarin Luther Erasmus zwaar aanvalt op zijn opvattingen over vrije wil, schrijft Luther op sarcastische toon over het verfijnde taalgebruik van Erasmus, over zijn mooie woorden, terwijl Luther zelf, och arme, slechts een boerenminkukel is, een man die op wetenschappelijk en theologisch gebied niet veel voorstelt. Dit kan niet meer bezijden de waarheid zijn, op zijn twaalfde sprak Luther al vloeiend Latijn, zo wordt in ieder geval gezegd, en werd hij al snel doctor in de filosofie en gaf als professor les in filosofie en theologie aan de gerenommeerde universiteit van Wittenberg.

Op een vergelijkbare manier portretteert Miller zichzelf hier. Hij zegt hier niet direct, maar ergens zit in zijn woorden iets van: ‘ik heb er eigenlijk geen verstand van, maar wel een mening. Luister maar even’. Wie de eerdere stukken van Miller leest op zijn website ziet echter dat Miller alles behalve een onwetende leek is. Daarmee wordt ook gelijk duidelijk dat er onderscheid gemaakt moeten worden tussen leken.

Als ‘leek’ zegt Miller dat Wright vooral bezig is met ‘stating the obvious’, namelijk dat Luther in zijn genadebegrip enigszins beperkt is. Luther lijkt soms een ‘genade zonder werken’ aan te hangen. Dat trekt Wright dan zelfs nog verder door naar de ‘evangelische vergeestelijking van het evangelie’, waarbij het evangelisch christendom de gereformeerde wortels kwijtgeraakt is. Daar valt veel over te zeggen. Ik neem er één element uit: de straf.

Het evangelische christendom is zich, net als haar gereformeerde voorganger, vaak zeer bewust van zonde en verlossing. Maar dat zelfde evangelische christendom voelt zich vaak bijzonder ongemakkelijk wanneer de vraag gesteld wordt waarvan de mens dan verlost zou moeten worden. Ook de evangelische gelovige gelooft (meestal) wel in de hel, ook dat de zonde de mens daar brengt, maar de verklaring wordt meestal slechts gezocht in de volmaaktheid van God. Het is onze volmaaktheid die ‘ons’ bij God vandaan houdt, maar omdat Jezus van ons houdt komt het toch allemaal goed. Al dan niet met ‘zondaarsgebed’. Deze zwakte uit zich uiteindelijk in opvattingen en in populaire liedjes in de evangelische wereld met als tekst: “Save me from myself!” -Verlos me van mezelf, want dan ben ik ook verlost van mijn onvolmaaktheid. Niets staat mij dan in de weg voor u, God.-

Deze zwakte is echt. Deze zwakte is noch rationalistisch, noch modernistisch, maar de zwakte van de evangelische en in mindere mate ook de bredere evangelicale beweging komt hier goed tot uiting.

Dit soort ideeën hebben de evangelische beweging ver bij Luther vandaan gebracht, in tegenstelling dus tot wat Wright volgens Miller zegt. Volgens Wright zijn de evangelischen juist teveel bij Luther blijven hangen. Dat geldt alleen voor het specifieke genadebegrip, maar niet voor het genadebegrip in de bredere betekenis van zonde, straf en verlossing. De oorzaak hiervan zoek ik niet zozeer in modernisering, daarvoor is de beweging in doctrinair opzicht te conservatief, maar in de invloed van de leek.

Mijn Prisma-woordenboek noemt de leek een ‘niet-geestelijke, niet-vakman’.  Ik zie de leek als smaller: iemand met een stevige theologische basis, ook autodidact, is in mijn ogen zeker geen leek. Het probleem met de evangelicale wereld, in iets mindere mate geldt dit voor de zelfstandige gereformeerde gemeenten, is dat er eigenlijk geen voorgangers zijn die een pakket gedegen en consistente opvattingen kunnen weergeven. De evangelicale opvattingen zijn vaak gefragmenteerd en volgens de geijkte paden. Dat is het gevaar wanneer je met leken werkt: de leek mist vaak te theologische onafhankelijkheid en de gedegen voorkennis om een groter verhaal met aansluitende verbanden, bijvoorbeeld over zonde, straf en verlossing, goed weer te geven.

Ga je dieper in de evangelicale beweging kijken, dan blijkt ook dat echte intellectualiteit niet erg gewaardeerd wordt. De voorganger moet vooral vertellen hoe het zit en hoe de mensen moeten leven, maar vooral niet op de theologische problemen ingaan. Dat geldt voor de hyper-evangelische kerken, maar net zo goed voor de gereformeerden aan de rechterzij. Een voorganger merkt al snel dat een gedegen theologisch verhaal meer wrevel bij de gemeente oplevert dan complimenten. Ook kan een voorganger, zelfs ongeschoold maar met forse bijbelkennis, gemakkelijk overige gemeenteleden overtuigen van de juistheid van zijn (een haar komt in deze kerken vrijwel niet voor) denkbeelden.

Wat dergelijke gemeenten in feite nodig hebben, maar vaak niet krijgen, is grotere groep bestudeerde leken, gelovigen die een ruime kennis van zowel bijbel als theologie hebben, zin van onzin kunnen scheiden en met oppervlakkige en simplistische preken geen genoegen nemen. Het type mensen dat nu vaak een rol speelt in De preek van de leek: intellectuele niet-theologen.

Terug naar Wright. De theoloog heeft dus duidelijk wel een punt in zijn kritiek op de evangelicale beweging, ook op de evangelische waar ik zelf een onderdeel van ben. Het grootste gevaar is het gebrek aan intellect binnen de beweging. Verandering moet uiteindelijk van onderop komen, niet van voorgangers die steeds beter opgeleid worden, maar van gemeenteleden die steeds meer weten, de voorgangers steeds beter inhoudelijk weerwoord kunnen geven, hogere inhoudelijke eisen gaan stellen en daardoor de voorgangers dwingen werk te maken van hun theologische ontwikkeling. En dat, vanzelfsprekend, door een gedegen opleiding.

Door Evert te Winkel

Initiatiefnemer van Vrijzinnig Evangelisch. Ooit een wat zurige bijna-ex-evangelische, inmiddels opbouwend-kritisch evangelisch. Probeert aardiger te zijn.

19 reacties op “Probleem is dat geschoolde leken zwijgen”

Wanneer ben je dan geschoold? Pas als je een universitaire theologie studie hebt doorlopen? HBO? LOI kerkgeschiedenis + Grieks & Hebreeuws en een opleiding ‘jongerenwerk’.
Ik vind het allemaal erg leuk hoor theologie, escatologie, eclesiologie, pathalogie, oogie om oogie, etc.

Maar … waarom al die gewichtigdoenerij als de gemiddelde kerkganger nog niet eens in staat is de – do’s en don’ts – van een ‘goofy’-preek in zijn/haar leven de juiste plek te geven. Ik ken legio mensen die afhaken als een preek dieper gaat dan het gemiddelde doopfont, laat staan als we voor een gehele onderdompeling gaan …

@Marco
Je leest toch dat het daar niet om gaat?
“Wat dergelijke gemeenten in feite nodig hebben, maar vaak niet krijgen, is grotere groep bestudeerde leken, gelovigen die een ruime kennis van zowel bijbel als theologie hebben, zin van onzin kunnen scheiden en met oppervlakkige en simplistische preken geen genoegen nemen. Het type mensen dat nu vaak een rol speelt in De preek van de leek: intellectuele niet-theologen.”
Verder is een goede preek over het algemeen gelaagd. Dat wil zeggen dat een preek elementen bevat die voor een minder intellectueel publiek prima te begrijpen zijn en elementen die voor een meer intellectueel soort christenen interessant is. Het probleem van laagdrempeligheid, dat in veel moderne evangelische kerken gepredikt wordt, is dat 1. alleen de minder intellectuele groep aangesproken wordt en 2. dat deze groep ook niet uitgedaagd wordt om zich te ontwikkelen. Dan kom je in de buurt van waar Hosea zich druk over maakt: “Dit volk gaat ten onder door een gebrek aan kennis.”
Wanneer een groep meer mondige en intellectuelen kritisch luistert naar de preken en daarover debatteert met de voorganger/spreker, dan komt dat niet alleen de intellectuelen ten goede, zorgt dat ook niet alleen voor meer diepgang in de preken, maar geeft het ook de kans voor de groep niet-intellectuelen om zich te ontwikkelen. Er hoort in de kerk dus een soort intellectuele grass-rootsbeweging te zijn om de kerk de mogelijkheid te geven zich te ontwikkelen.

Dit geeft weer waarom ik me 15 jaar geleden niet meer thuis voelde in de gewone kerk en het laat ook zien waarom ik me nu niet meer thuis voel bij de evangelischen. Waar is toch de kerk/gemeente waar een intellectuele basis is zodat je niet gelijk met je oprechte vragen/nuanceringen in de hoek van ‘negatief’ wordt weggezet en waar tegelijk de ongedwongen bevlogen sfeer van de evangelischen aanwezig is. Ik kan die gemeente niet vinden.

Het bovenstaande is zeker niet geheel onwaar, maar waar komt het uit voort? Ik ben alles behalve ‘anti-wetenschap’, maar toch is het goed om altijd in het oog te houden dat alle wetenschap uiteraard ideologisch geladen is. Dat maakt het methodologisch gezien geen slechte wetenschap, maar je moet het wel onderkennen. Een klein voorbeeldje; de datering van het Evangelie van Lucas. De consensus is dat het van ná ’70 is. Waarom?Omdat de val van Jeruzalem in de Joodse oorlog erin beschreven wordt. Voorspellingen kunnen natuurlijk niet, dus wordt er een construct geschapen waarin dat geschrift dus na die tijd geschreven moet zijn. Dat wil niet zeggen dat theologen die deze mainstream datering aanhangen automatisch vrijzinnig zijn, maar zoals mensen als Feyerabend en Latour al mooi hebben aangetoond, waarsch. wel bezweken zijn voor de groepsdruk.

@Anthony
Geschoolde leken hoeven wat mij betreft niet altijd op wetenschappelijk gebied helemaal bij de tijd te zijn. Dat is ook onmogelijk. Ik ben zelf ook geen theoloog, maar ik zie mijzelf wel als een ‘geschoolde leek’, ik heb een flinke basiskennis theologie en kan ook op basis mijn kennis van de bijbel zelf een voorganger kritisch bevragen. En, bij mijn complimenten, doe ik dat ook. Mijn opvatting is, maar ik kan daar vanzelfsprekend helemaal ongelijk in hebben, dat ik daarmee de voorganger uitdaag om de eigen opvattingen in de preek en dergelijke, ook kritisch te benaderen. En deze zo te versterken. Daar gaat het mij uiteindelijk om.
Over al die dateringen is erg interessant, maar dat kan soms juist een positieve boodschap in de weg staan. Ik wil die positieve boodschap juist versterken. Maar dan wel onderbouwd, ook, (maar niet alleen,) op een intellectueel niveau

@Evert te Winkel: Het klinkt meer als een kerk waar jij je in zou thuis voelen.

Een eerste reactie. Luther was daar puur sarcastisch. Ik niet. Hij schrijft in de kern van zijn betoog, over de geknechte wil dus, dat Erasmus onzeker en onervaren is in godsdienstige dingen en dat diens geest niet standvastig is. Luther gaat daar voluit. Luther meent Erasmus ondermeer te kunnen betrappen op een ernstige tegenstrijdigheid.
Mijn bescheidenheid is gemeend en volkomen terecht. Mijn focus lag daar echter totaal niet. Wel een leuke insteek van jou hoor en een tikje vleiend zelfs, maar het leidt m.i. wel teveel af van mijn bedoelingen. Mocht ik op leugens en ijdelheid betrapt kunnen worden, dan is het om mijn knipoog naar C.S. Lewis natuurlijk. Hij begon meerdere van zijn boeken met een ‘klaagzang’ over zijn lekenstatus en gebrek aan ‘enige’ relevante kennis van theologie. Je kent die grap van de muis en de olifant die over een houten brug lopen? Zegt de muis tegen de olifant: “wat stampem wij hè?!”

Overigens erg jammer dat je je stukje zo begint. De meeste mensen met wie ik op internet converseer kennen mij persoonlijk en jij hebt denk ik ook een redelijk beeld van mij. Om zakelijke en professionele redenen is het niet handig voor mij als ik met naam en toenaam op internet over godsdienstige zaken schrijf, juist omdat het niets met mijn eigen professie te maken heeft en ik een echte leek ben. Ik wil gewoon ergens over praten. Over dingen die me dwarszitten en die me bezighouden. Zullen we ons daartoe beperken a.u.b.? En bij een eerstvolgende TweetUp mag je persoonlijk je excuses aan mij aanbieden. 🙂

@Lies
Kom op een zondag gezellig naar Amstelveen. Crossroads Church. Helemaal wat jij wenst. Maar…, ik moet wel toegeven dat het op de kringen bij ons ook niet altijd lukt, maar de diensten hebben die sfeer absoluut. En goede muziek. Trek de stoute schoenen dus aan and just go for it.

En nu ben ik zelf inmiddels de kluts kwijt over wat Wright wel of niet van de evangelische beweging vindt en of ik het wel of niet met hem eens ben. Ik laat het even voor wat het is. N.T. Wright is onnavolgbaar en niet te volgen.

Erasmus was meer voor de ‘imitatio’ en Luther meer voor de ”transformatio’. Maar theologisch gezien staan de meeste mainstream evangelischen tegenwoordig (denk ik) dichter bij Erasmus met zijn (less complex) opvatting over de vrije wil, dan de Gereformeerden (uitverkiezing) en de ultra-evangelischen (once saved always saved). Mainstream evangelischen hebben (denk ik) niet zoveel met Luthers vernuftige onderscheid tussen “de geopenbaarde God van het algemene heilsaanbod” en “de verborgen God der bijzonder uitverkiezing.” De ultra’s ook niet, maar die staan wel dichter bij Luther is zijn opvatting dat in Gods barmhartigheid we zeker mogen zijn van ons eeuwig behoud: “…nu ben ik veilig en verzekerd, dat Hij getrouw is en mij niet bedriegt; Hij is zo sterk en groot, dat geen demonen of vijandelijke machten Hem kunnen bedwingen of mij aan Hem ontrukken…” Genade bij Luther heeft alles te maken met redding van je ziel én bewaring van die redding tot de dag van je sterven. Een rol voor goede werken, de Roomsche werkheiligheid, was er niet voor Luther als het ging om redding en bekering. Tegenwoordig is er wel weer veel aandacht voor het (louter) navolgen van de levenswijze van Jezus (Erasmus), maar Luther benadrukte de verandering van de mens van binnenuit door Christus. Wat zijn nu de daden van geloof? Feitelijk is geloven al een daad. Geloven vandaag de dag vergt een hele inspanning, om het zo maar te zeggen. Ga er maar aanstaan. Vele evangelischen houden kerkbezoek zelfs al geen tien jaar meer vol. 🙁

Nog een laatste opmerking. Ik las onlangs dat HBO-ers meer en meer worden gecontrakteerd voor kerkewerk. Dat is positief in allerlei opzichten. Het is namelijk in algemene zin niet vruchtbaar om intellect of opleidingsniveau een criterium te laten zijn om bijvoorbeeld het avondmaal te mogen bedienen. Ook denk ik niet dat er een soort van OR moet komen van pseudo-intellectuelen die de voorgangers gaan bevragen. Laten we liever voor elkaar bidden en anderszins op de bres staan.

Maar…, altijd het grote maar…, waar moet je dan heen met je vragen? Ik denk dat zelfstudie tegenwoordig echt een reële optie is. Er is een overvloed aan boeken en cursussen om je te verdiepen in theologische vraagstukken. Dat hoeft niet allemaal in de gemeente plaats te vinden. Dat zou echt de dood in de pot zijn, want daar moet juist de prediking centraal staan om discipelschap een werkelijkheid te laten worden. Een leerhuis naast het meer reguliere gemeenteleden zou een optie kunnen zijn, maar kennis maakt opgeblazen en dat kan ook weer een reden voor scheuringen zijn. Wie meer wil studeren, moet zich maar ergens inschrijven of genoegen nemen met een hogere electriciteitsrekening. Om de lieve vrede wil. 🙂

@Paul Miller
Door onze eerdere e-mailwisselingen heb ik een redelijk beeld van je gekregen. Wat ik hier schrijf moet je in mijn ogen eerder als vleiend opvatten, dan als kritiek op je schrijven onder pseudoniem. Ik noem dat alleen voor de volledigheid, zeker niet als aanval. Ik begon zo met dit stukje omdat je titel mij intrigeerde. Vrijzinnig Evangelisch is niet theologisch, maar wel gericht op het wel en wee van de kerk vanuit een maatschappelijk perspectief. De rol van de leek, waar jouw titel zich over uitsprak, is juist dat maatschappelijke perspectief.

En nu ben ik zelf inmiddels de kluts kwijt over wat Wright wel of niet van de evangelische beweging vindt en of ik het wel of niet met hem eens ben. Ik laat het even voor wat het is. N.T. Wright is onnavolgbaar en niet te volgen.

Tom Wright is soeverein *een vroom gezicht trekken doet* 😉

Maar theologisch gezien staan de meeste mainstream evangelischen tegenwoordig (denk ik) dichter bij Erasmus met zijn (less complex) opvatting over de vrije wil, dan de Gereformeerden (uitverkiezing) en de ultra-evangelischen (once saved always saved).

Ik sta zelf theologisch gezien dichter bij Erasmus. De grootste fout die mijns inziens gemaakt kan worden is de gedachte dat het mainstream evangelisch christendom om Jezus draait. Jezus is belangrijk, maar de grote vraag is steeds hoe de verhouding is tussen het ‘zelf’ en Jezus. En daarin wordt de vrije wil veel belangrijker voorgesteld dan deze in werkelijkheid is. Wat dat betreft heb ik ook wel een zwak voor Luther, die onze ideeën over onze vrije wil zo gemakkelijk verwerpt.

De ultra’s ook niet, maar die staan wel dichter bij Luther is zijn opvatting dat in Gods barmhartigheid we zeker mogen zijn van ons eeuwig behoud: “…nu ben ik veilig en verzekerd, dat Hij getrouw is en mij niet bedriegt; Hij is zo sterk en groot, dat geen demonen of vijandelijke machten Hem kunnen bedwingen of mij aan Hem ontrukken…” Genade bij Luther heeft alles te maken met redding van je ziel én bewaring van die redding tot de dag van je sterven.

Mee eens. Maar die ultra’s moet je niet zoeken onder de ultra-charismatischen, ook evangelisch, maar in de rechterflank van het evangelicale gedachtengoed, als je het mij vraagt. Conservatieve groepen baptisten bijvoorbeeld en bevindelijke gereformeerden.

Tegenwoordig is er wel weer veel aandacht voor het (louter) navolgen van de levenswijze van Jezus (Erasmus), maar Luther benadrukte de verandering van de mens van binnenuit door Christus. Wat zijn nu de daden van geloof? Feitelijk is geloven al een daad. Geloven vandaag de dag vergt een hele inspanning, om het zo maar te zeggen. Ga er maar aanstaan. Vele evangelischen houden kerkbezoek zelfs al geen tien jaar meer vol. 🙁

E vangelischen zijn enorm doorgeschoten, niet in het idee van genade, maar in het individualisme. Er is wel aandacht voor het navolgen van Jezus, maar vooral willen veel evangelischen vooral weten wat zij moeten doen en wat zij moeten nalaten. Dat noemt men dan relevant voor het dagelijks leven. Ik noem het simplistisch 😉 Dat individualisme zorgt ook voor een gebrek aan discipline. Jezus is belangrijk, niet de kerk van Jezus. Jezus in je hart is belangrijk, niet de vernieuwing van je hart door Jezus. Jezus is belangrijk, maar niet je geloof in Jezus. Laat staan je handelen vanuit Jezus.

Ook denk ik niet dat er een soort van OR moet komen van pseudo-intellectuelen die de voorgangers gaan bevragen. Laten we liever voor elkaar bidden en anderszins op de bres staan.

Ik geloof niet in een formele constructie. Ik geloof wel dat een voorganger een groep mensen om zich heen nodig heeft die het hem vertelt wanneer hij onzin klets. Zoals met de nieuwe kleren van de keizer. Maar dit soort mensen moeten dan ook ‘op niveau’ zijn. Dat gaat vanzelfsprekend niet alleen over intellectueel niveau, juist dat iedere gelovige priester van Christus is lijkt mij ontzettend belangrijk in het opvatten van het geloof. Maar intellectueel niveau is wel van onschatbare waarde. Juist ook in de kerk. Daarom moet het wel 1. gestimuleerd worden en 2. op de juiste wijze ingezet. Daarvoor dit artikel.

Maar…, altijd het grote maar…, waar moet je dan heen met je vragen? Ik denk dat zelfstudie tegenwoordig echt een reële optie is. Er is een overvloed aan boeken en cursussen om je te verdiepen in theologische vraagstukken. Dat hoeft niet allemaal in de gemeente plaats te vinden.

Dat hoeft niet. Maar een gemeente is om elkaar op te bouwen. Ook op intellectueel niveau. Juist binnen een gemeente kan je elkaar heel veel leren: intellectuelen over intellectuele vraagstukken, maar mensen met levenswijsheid over levenswijsheid, mensen met eenvoud in eenvoud. De gemeente is volgens mij de plaats waar je wat je geleerd hebt, in boeken en in het ‘echte leven’ mag delen. Ik verwacht dus, zonder dat expliciet te noemen, in mijn stuk een actievere houding van de gemeente.

Dat zou echt de dood in de pot zijn, want daar moet juist de prediking centraal staan om discipelschap een werkelijkheid te laten worden. Een leerhuis naast het meer reguliere gemeenteleden zou een optie kunnen zijn, maar kennis maakt opgeblazen en dat kan ook weer een reden voor scheuringen zijn. Wie meer wil studeren, moet zich maar ergens inschrijven of genoegen nemen met een hogere electriciteitsrekening. Om de lieve vrede wil.

Studeren kan ieder op zichzelf. De één beter dan de ander. Maar delen moet je echt samen doen. Het gaat er niet om dat er hele theologische theses worden behandeld, dat zou de rol van de voorganger alleen maar vergroten. Als rechtgeaard evangelisch christen wil ik deze juist verkleinen, maar dan door de gewone gelovigen, leken dus, te emanciperen. Tot geschoolde leken. Maar ze blijven leken. Daar gaat het om.

Over de kerk als lerende gemeensachap waar ook karaktervorming plaatsvindt, kunnen we goed terecht in het ND van vandaag.Twee artikelen over de presentatie van het boek waar deze hele discussie op mijn blog mee begonnen is. Ik laat het even voor wat het is.
Hoewel, als gemeente de bijbel lezen heb ik een paar goede ervaringen in cursusverband, maar vergis je niet hoe moeilijk dat te organiseren is. Het was o.l.v. een bekwaam theoloog en een student theologie, maar als er open vragen gesteld kunnen worden dan vliegt alles alle kanten op.
Over de vrije wil nog dit. Ik vermoed zomaar dat je bij Luther een onderscheid zou kunnen maken tussen de vrije wil vóór het kiezen voor Christus (de bekering) en ná het kiezen voor Christus (je behoud). Ik schijn daarin tot de Arminianen te behoren, maar daarmee doe je de bijbel misschien tekort. Ook dit laat ik even voor wat het is. Het is tegenwoordig trendy om te zeggen dat de mens geen vrije wil heeft. Heb daar pas nog een intensieve Twitterdiscusssie over gevoerd met een atheïst. Maar vergeten wordt dat de deur van de hemel voor ons allen openstaat, naar de mate van ons begrip. Voor de zwakkeren onder ons staat de deur heel wijd open. Je kunt hem niet missen. Voor de vermetele scherpslijpers net ver genoeg open om de opening niet te missen. Alles is in Gods hand voor ons nut, maar de vrije wilskeuze weghalen bij de mens is demagogische onzin. 🙂

Ik denk dat de organisatie van zoiets dergelijks niet al te star opgevat moet worden. Onder het genot van een biertje een kritische bespreking van de preek houden lijkt me meer dan genoeg. Het doel is niet om theologische debatten over de gemeente uit te strooien, maar om de voorganger scherp te houden en uit te dagen goed onderbouwde preken te schrijven. Iets waar het nu te vaak aan ontbreekt.
Over de vrije wil. Luther verwierp de vrije wil tot het maken van juiste keuzes in het algemeen. Want zegt Luther: de mens is geneigd tot alle kwaad. Iedere goede keuze van de mens is dus een daad van God.
Maar in een praktisch opzicht, zo geloof ik, leeft iedereen alsof hij/zij een vrije wil heeft. Of de mens een vrije wil heeft is een uiterst belangrijke filosofische, theologische en psychologische discussie, maar deze heeft in een dagelijks en in een juridisch opzicht geen enkele betekenis. En dat laatste lijkt me wel zo gezond.
In het geval van de evangelischen, waar het mij om gaat, is het misschien wel juister om de term vrije keuze te gebruiken. Een keuze voor of tegen een bepaald geloof is niet onderbepaald, maar de keuze is zeker niet volledig vrij. Er speelt veel meer mee. De typisch evangelische bewering dat het allemaal gaat over ‘een keuze voor Jezus’ lijkt me flauwekul in de meest zuivere zin van het woord. Het gaat eerder om het handelen van God en Jezus en de menselijke reactie daarop.

Nog even over de vrije wil: mooi uitgelegd. Daar doe ik het mee. 🙂
Waarom noem je geen oudstenraad of coach o.i.d. als het om de pastor gaat, of mentor. Als iedereen steeds maar zijn mening geeft, wordt ook iedereen maar doodmoe denk ik zo maar.
Je laatste zin snap ik weer niets van en dat maakt mij duidelijk waarom ik moeite heb met je term vrijzinnig. Je bent rechtgeaard evangelisch, het gaat om het zelf dat zich verhoudt tot Jezus, of je reactie op Hem, maar een keuze voor Jezus vind je flauwekul. Leg dat mij en een ongelovige nu eens goed uit. Je bent pro het evangelie, maar scherpslijper als het om bepaalde aspecten gaat, maar ik snap werkelijk niet wat nu je diepste wrevel is.

@Paul
De oudstenraad is voor mij gewoon het dagelijks bestuur van de gemeente. Deze moet, naast degelijke bestuurlijke ervaring natuurlijk ook theologische kennis hebben. De vraag is of het specifiek hun taak is om de voorganger te bevragen op theologische inzichten. Vooral ook omdat de oudstenraad de voorganger uiteindelijk kiest. Die dubbelrol lijkt me niet verstandig.
Een coach kan natuurlijk, maar de vraag is of het nuttig en nodig is om deze rol formaliseren. Ik ben er niet zo bang voor dat ieder gemeentelid plotseling overal maar een mening over gaat hebben.
Over mijn laatste zin, die inderdaad wat cryptisch is. Ik doel erop dat door de nadruk van het evangelisch christendom op het kiezen voor Jezus het genadebegrip ondersneeuwt. Geen mens wordt gered door het kiezen voor Jezus, redding komt alleen doordat God met zijn reddingsplan gekomen is. In reactie daarop kan de mens handelen zoals dat bij het geloof hoort, in het geloof dat de mens al gered is. Daar is niets evangelisch aan, maar in die zin is Vrijzinnig Evangelisch een algemene christelijke opiniewebsite geworden, met zowel vrijzinnige als orthodoxe opvattingen. Dat is tenminste de bedoeling 😉

Sta mij toe je nog eenmaal te bevragen. Overigens wijs ik eerst even op mooi interview met Andries Knevel in ND van vandaag. Lezen!
Bedoel je met de laatste zinnen in je antwoord dat de mens (dus ook de niet-gelovige) al gered is, los van zijn keuze voor Jezus nu? Een soort van alverzoening dus? Je blijft cryptisch voor mij, maar ik heb dan ook aan een half woord niet genoeg. Leek hè, weet je nog. 🙂

@Paul
Of ik geloof in alverzoening? Ik zou er dolgraag in geloven, ik zou het afschuwelijk vinden als er mensen verloren zouden gaan. Hoe dat ook in elkaar steekt, ik begrijp uit wat ik weleens lees en hoor dat er ook op het concept hel ‘als eeuwigdurende straf’ wel wat af te dingen valt. Waar mijns inziens niets op af te dingen is, is dat er onderscheid wordt gemaakt tussen gelovigen en ongelovigen. Dat onderscheid zit volgens mij (bijbels gezien) niet in dogma’s, maar in gedrag. Zoals in Mattheüs 7:21: Niet wie ‘Here Here’ tegen Jezus zegt kan het koninkrijk van de hemel binnengaan, maar WIE DE WIL VAN DE VADER DOET.
Een geloof zonder daden is mijns inziens dood, beter gezegd: zonder de daden blijkt ook het geloof te missen. Zonder geloof (en daar vul ik ook graag ‘vertrouwen’ in) dus geen daden en zonder daden geen geloof. Heel de hebreeënbrief gaat daar heel uitgebreid over, bijvoorbeeld met de geloofsgetuigen.