Het aannemen van een resolutie van Remco van Mulligen, rooms-katholiek lid van de ChristenUnie, op het partijcongres van 12 mei vormt een sluitstuk in de lange ontwikkeling van de twee christelijke splinterpartijtjes RPF en GPV. In deze resolutie wordt uitgesproken dat rooms-katholieken volwaardig lid kunnen zijn van de ChristenUnie en op gelijke voet staan met andere leden. Waar de beide partijen vanouds als behoudend en antipaaps bekendstonden, gaan de luiken steeds meer open, naast de resolutie vormen ook de verschillende rooms-katholieken op de lijst voor de Tweede Kamer een treffend voorbeeld.
De historicus Ewout Klei, die ook op het proefschrift Klein maar krachtig promoveerde, schreef een degelijke analyse over hoe de GPV zich zo heeft kunnen ontwikkelen dat de (opvolger van de) partij inmiddels (zelfs!) rooms-katholieken voluit accepteert. Terwijl, zo laat Klei zien, dat partij in het begin bijzonder in zichzelf gekeerd was. In de ogen van de ARP, waarvan de GPV een afsplitsing was, “was het GPV daarom een sektarisch clubje van kerkistische scherpslijpers, waarvan niets positiefs te verwachten viel.” De historicus Klei lijkt het aardig met de ARP’ers: “Uit deze artikelen komt het beeld naar voren van een partij die werd verteerd door felle conflicten.”
Maar, vervolgt Klei: “GPV’ers hadden – in ieder geval officieel – een heel ander beeld van hun partij. […]De Gereformeerde Kerken (vrijgemaakt) waren de ware voortzetting van de eerste christelijke gemeente in Jeruzalem en het GPV was geen nieuwe partij maar vertegenwoordigde een geestelijke stroming die er altijd al was geweest.”
Maar als de Gereformeerd Vrijgemaakte Kerk de ware kerk is, en de GPV daar de politieke tak van, wat is dan de status van andere kerken? Kort gezegd: die werden niet voor vol aangezien. Op politiek gebied werd bijvoorbeeld de later opgerichte RPF, net als de GPV opgegaan in de ChristenUnie, gezien als Samaritaans. Het is niet moeilijk, gezien het oordeel dat meestal aan deze term gehangen wordt, om de wijze waarop over anderen gedacht werd (met enige voorbehoud) voor te stellen.
Daar komt nog bij dat de GPV behoorlijk nationalistisch georiënteerd was, getuige dat ‘het GPV [zich vooral] presenteerde als een nationale partij die zeer vaderlandslievend en koningsgezind was.” Zo ging de partij in 1963 de verkiezingen in met de leus “Den vaderland getrouwe”. De Rooms Katholieke Kerk, met daarbij haar leden, is in tegenstelling daartoe altijd internationaal georiënteerd geweest. Dat spreekt ook voor zich bij een kerk die leden over de hele wereld van alle mogelijke nationaliteiten heeft. Een voor de hand liggende vraag is daarom ook of rooms-katholieken zich in deze periode wel bij de GPV thuis gevoeld zouden hebben. Er was een serieuze cultuurverandering nodig om de komst van katholieke leden mogelijk te maken.
“Kritische geschiedschrijving over het eigen verleden en de aantrekkingskracht van het internationaal georiënteerde evangelicalisme maakten vervolgens in de jaren negentig een einde aan het nationaal-gereformeerde historische zelfbeeld van het GPV.”
Het idee dat de Gereformeerde Kerk (vrijgemaakt) de overgebleven ware kerk zou zijn verdween steeds meer in de jaren na 1980, zoals ook uit het gedenkboek ter ere van het veertig jaar bestaan van de GPV blijkt. Volgens Klei nam de onzekerheid onder de leden die de vrijmaking van 1944 niet hadden meegemaakt toe. Zij wilden liever samenwerken met de andere orthodox-protestanten: “De echte tegenstelling was niet die tussen vrijgemaakt en niet-vrijgemaakt, maar tussen orthodox en vrijzinnig.”
In 1993, staat in het artikel werd het lidmaatschap ook voor niet-vrijgemaakte orthodoxe protestanten opengesteld, zo valt in de analyse van Klei te lezen.
Toen in 2000 de ChristenUnie werd opgericht betekende dat de slechting van de muren tussen de verschillende partijen die zo vaak ‘klein rechts’ genoemd worden. De partij wordt steeds meer zoals Van Mulligen dat als ideaal voorstelt:
“Ik ben altijd voor de CU als “unie van christenen” geweest, een afspiegeling van het volksdeel dat de partij wil vertegenwoordigen. Dat lijkt steeds meer zo te worden.”
3 reacties op “Rooms-katholieken op lijst CU: Weinig sporen van de GPV terug te vinden”
Dan is dit toch ‘wat we allemaal zo graag willen’ zeker? (alle muren neer en agree to disagree)
Zeker een verbetering. Maar ook een nieuwe uitdaging; hoe voorkomt men dat men een mini-CDA wordt?
Leuk stuk. Bedankt dat je naar mijn artikel hebt verwezen! Mijn proefschrift is ietwat langer, maar zeker de moeite waard. En het boek is nog steeds te koop. http://uitgeverijprometheus.nl/index.php?option=com_pac&view=boek_detail&isbn=9789035136090