“In het begin schiep God de hemel en de aarde.”
“Schepping of evolutie?” vraagt Erik Drenth na het voorlezen van de eerste regel van de bijbel. Bij evolutie gaan verschillende handen omhoog. Slechts één durft toe te geven te geloven in het scheppingsverhaal.
De manier waarop Erik Drenth en Jaap Marinus hun programma op het Xnoizz Flevofestival uitvoeren is kenmerkend voor de website: veel ruimte voor de interactie van anderen. In het kleine tentje (De Oase), verbazingwekkend genoeg passen er toch nog ongeveer dertig geïnteresseerden in, is veel mogelijkheid voor interactie. De microfoon, nauwelijks versterkt, is niet in alle gevallen nodig.
Dan is het zo
Erik Drenth legt uit dat als iets wetenschappelijk zo vastgesteld is, het dan volgens hem ook zo is. Jaap Marinus twijfelt daarover, maar verwerpt wel het creationisme. Ik overigens ook. De grote vraag is of schepping en creationisme al te gemakkelijk gelijkgeschakeld moeten worden.
Die fundamentele discussie komt niet los, maar daar is het programma ook niet voor bedoeld. Eerder moet het programma aanzet geven tot een aantal discussies, waar in ‘huiselijke kring’ verder over gediscussieerd kan worden. De ruimte voor antwoorden is tamelijk kort, Erik Drenth en Jaap Marinus zorgen als gespreksleiding goed dat het gesprek on-topic blijft.
Postmodern
Zelf blijven zij veel op afstand: meer nieuwsgierig naar de inbreng van de bezoekers. Als het over de hemel gaat wordt het persoonlijker: Erik Drenth verhaalt over hoe hij tijdens een vakantie in zijn nek gestoken werd en de dood voor hem plots heel dichtbij kwam. Door deze gebeurtenis moest Drenth zich herbezinnen op het leven, de dood en een eventueel leven na de dood. “Wil ik dat eigenlijk wel? Dat er een hemel bestaat?’ Nee, concludeert Drenth. Jaap Marinus denkt ook hier anders over. Maar, zeggen beide als zij het programma afsluiten: ook wij weten het niet. “We weten dat het een heel postmodern verhaal is, wij in zijn zekere zin ook postmodern.”
Voor een moraliserende opvatting moet je duidelijk niet bij Staatgeschreven Live zijn. Het biedt juist ruimte voor eigen opvattingen en bovenal: voor participatie. Daarmee past het goed binnen het nieuwe concept van het Xnoizz Flevofestival waarin meedoen belangrijk is. Misschien is juist het ‘meedoen’ in veel kerken de afgelopen eeuw ondergeschoven geweest. Er is alle reden om als kerk in discussie te gaan over onze geloofsartikelen.
Evert te Winkel
4 reacties op “Staatgeschreven op Xnoizz Flevofestival: Postmodern en interactief”
Enkele bedenkingen:
– Het scheppingsverhaal is een ’theatertoepassing’, o.a. omdat het in het Hebreeuws een ritmisch gerijmde tekst is. Het ‘volle rijm’ (zoals huis/muis, mat/kat) bestond niet in de tijd van Mozes. De tekst is in ieder geval bedoeld voor recitatie. Het kan oorspronkelijk dus een gedicht, een lied, een toneelwerk, een rijdans of een koorzang zijn geweest.
Mogelijks schrijft Mozes (al of niet gedeeltelijk) een soort lied of gedicht dat hij van zijn voorouders heeft overgeërfd.
– De tekst van het scheppingsverhaal heeft als theatertoepassing de intentie een aantal voor en rondom Mozes zichtbare fenomenen te verklaren… en dan meestal vooral ook die fenomenen die hem (en zijn volk) het meest storen en benadelen. Is de zon (de hoogste) ‘God’ zoals de Egyptenaren geloven? Zijn al die goden waarachtig en waarom dan wel? Hoe kan je weten of een godheid (medium) geloofwaardig is of niet? Hoe is het gekomen dat in alle volken een man wel meerdere vrouwen kan hebben maar een vrouw nooit meerdere mannen?
Op dit soort vragen geeft het scheppingsverhaal weliswaar ‘antwoord’, evenwel – en dat is zeer opmerkelijk! – zònder er daarom meteen enig waarde-oordeel over uit te spreken: het is niet omdat het verhaal vertelt hoe iets tot stand kwam dat het verhaal daarom een fenomeen moreel wilt legitimeren of zelfs maar legitimeert!
Het scheppingsverhaal is (juist in tegenstelling tot de meeste goden!) een verklarende maar zeer a-morele tekst! Ook vooral DAT gegeven doet sterk vermoeden dat het om een theatertoepassing gaat: het verhaal gaat hierin tegen de legitimiteit van ‘de goden’ in. De 5 boeken van Mozes zijn ’tegen de goden’ geschreven en leggen daarbij ook uit waarom die goden niet geloofwaardig kunnen zijn en aan welke criteria die goden dan wel zouden moeten voldoen om wel geloofwaardig te kunnen zijn. Het zijn voor Mozes 4 (zeer vrijzinnige!) criteria.
(goden kunnen slechts geloofwaardig zijn als ze (gelijktijdig) – anders dan mensen – één, volmaakt, eeuwig en onzienlijk zijn… en dus niet zoals de mensen: onderling verdeeld, onvolmaakt, tijdelijk en zichtbaar/tastbaar.)
– ‘goden’ waren in de oudheid vooral ‘mediums’… een beetje zoals wij vandaag spreken van ‘de media’: tv, radio, pers, internet… achter ‘goden’ zaten vooral ‘juridische beginselen en maatschappelijke systemen’ die dus ook vrijheid of slavernij, leven of dood bepaalden van vele mensen en hele volkeren. Zo’n godheden waren een soort radiostations waarmee met één beeld één of meer beginselen, principes (dus al of niet ‘morele’ wetten of verboden/geboden) werden ‘afgekondigd’, gecontinueerd en verspreid in een land.
– Het scheppingsverhaal ‘regelt’ de tijd. Het liet ons het beginsel van de zeven-dagen-week met rustdag na en was daarmee tot op heden het meest succesvolle en tot op heden invloedrijkste archetypische verhaal uit de menselijke geschiedenis.
– Het scheppingsverhaal ‘doet’ iets met zijn lezers of toehoorders: het ‘blokkeert’ de menselijke verbeeldingskracht: niemand kan zich 3 ‘dagen’ voorstellen waarin de zon, de maan en de sterren niet aan het firmament verschijnen omdat ‘God’ ze pas op de vierde dag aan het hemelgewelf zal plaatsen. Daarmee geeft deze poëtische (theater-) tekst ZELF duidelijk aan dat het ‘ontstaan’ even ‘onzienlijk’ is voor de mens dan dat ‘God’ (één, volmaakt, eeuwig en onzienlijk) ‘onzienlijk’ is. Het scheppingsverhaal DOET met mensen wat de 10 geboden zéggen dat mensen horen te doen: geen beelden vereren of aanbidden van ‘het ontstaan’, van ‘God’ dus.
Het scheppingsverhaal beschrijft dus ook wat evolutionisten ondergaan: zij krijgen ‘geen beeld’ (geen sluitend beeld) van de oorsprong van alle dingen omdat elk wetenschappelijk antwoord duizend nieuwe vragen oproept… even ondoorgrondelijk als dat er in deze poëtische scheppingstekst drie ‘dagen’ kunnen zijn zonder dat er zelfs maar een zon aan de hemel kan staan.
De ‘wetenschap’ roept dan ook niet minder vragen op dan het scheppingsverhaal dat ons (zoals elke goede theatertekst!) met ‘antwoorden’ opzadelt die ‘vragen’ zijn.
– Het probleem met de hele Bijbel is dat het geschrift gelezen werd en wordt door mensen met een hang naar religie. Zij zoeken echter ‘religie’ in een (theater-)tekst die niets anders doet (en deed) dan juist die religie afschaffen, verbeurd verklaren.
Zowel binnen als buiten de kerken en synagogen wordt deze tekst teveel ‘geloofd’ of ‘niet geloofd’ als een ‘religieuze tekst’. Men ziet het als een ‘door God gegeven tekst’… maar juist ‘God’ is – als antwoord op de goden – de vernietiger van alle religie… Hij is de ‘onzienlijke’… je krijgt géén beeld van Hem: NOCH van zijn bestaan, NOCH van zijn niet-bestaan.
DAAROM moet God worden ‘geloofd’: Hij is een Woord-kunstenaar die in Zijn teksten (zijn ‘Woord’) en de uitwerking daarvan juist BEVRIJDT van alle religie: bevrijdt van alle beeldaanbidding (òòk van de OP HEM ZÈLF GERICHTE beeldaanbidding!), bevrijdt van alle offercultus, bevrijdt van alle besnijdenis, bevrijdt van alle voedingsvoorschriften, bevrijdt van alle onderdrukking door farao’s, bevrijdt van ‘altijd alleen maar moeten werken (rustdag), bevrijdt van van de angst voor de dood waar religie op voort-borduurt, bevrijdt van ‘hemel-verdienerij’ (Hij ‘schenkt’ de hemel!), bevrijdt van de sabbatsplicht (vrije dag: ja! Sabbatsdwang; nee!), …
De God van de Bijbel moet gelooft worden als de (vrijzinnige!) Onzienlijke, éne, volmaakte en eeuwige omdat mensen anders in antwoorden uit eigen ‘verbeelding’ gaan geloven. De God van de Bijbel komt ons in onze vrijzinnigheid als de meest vrijzinnige gedachte die een mens hebben tegemoet: geloof géén (denk-)beelden, doe er géén offers aan, vrees géén mensen of goden maar ‘God’… de énige en meest ‘Vrijzinnige’, ‘Onzienlijke’, ‘Onafbeeldbare’…
Leef en denk vrijzinnig in plaats van religieus. Dat is de Blijde Boodschap in de Bijbel… het Boek dat alle religie zichtbaar heeft afgeschaft in hele samenlevingen!
Door de Bijbel mogen wij varkensvlees eten in Europa; door de Bijbel worden wij niet meer besneden, door de Bijbel aanbidden wij (best) geen beelden meer, enzovoort.
Halleluja, God is vrijzinnig!
Ik geloof in de schepping in zeven dagen, vooral omdat elke ‘week’ ervan getuigt.
Toch even reageren. Ik vind het namelijk knap dat er van een theatertekst zoveel in de grond teruggevonden wordt. Wat mij betrfet is De bijbels een historisch verslag, wat overigens best in verhaal of liedvorm gegoten kan zijn. Dat gebeurde ook met zoveel gebeurtenissen buiten de bijbel. Het is een beetje naïef om te stellen “het is in liedvorm, dus wie het letterlijk neemt is religieus”,
Ook even op het artikel zelf reageren. Je kunt willen dat er geen hemel bestaat… Helaas kun je er ook geen fluit aan doen mocht dat wel zo zijn.
“Erik Drenth legt uit dat als iets wetenschappelijk zo vastgesteld is, het dan volgens hem ook zo is.” . Helaas voor meneer Drenth, de wetenschap heeft voortdurend last van “voortschrijdend inzicht” zoals dat heet. Zijn opmerking is dus per definitie onjuist. Ik ken wetenschappers die wetenschappelijk hebben vastgesteld dat er een Schepper moet zijn geweest of dat de zondvloed een feit was. Op 1 of andere manier heb ik toch het idee dat de presentators deze wetenschappelijk vastgestelde gegevens echter niet zomaar zullen aannemen.Ze zijn namelijk overtuigd van andere wetenschappelijke theorieën.
Zou het misschien ook zo kunnen zijn dat het gewoon zo is zoals het geschreven staat, en dat de tekst van Genesis 1 e.v. gewoon de oudste teksten ter wereld zijn. Dat is de conclusie die het meest recht doet aan deze tekst. P.J. Wiseman heeft aangetoond dat Genesis 1:1 t/m 37:2a familiegeschiedenissen zijn op kleitablet.
De ongelovige Hebraïcus James Barr schreef het volgende aan een vriend: “. . . waarschijnlijk, voor zover ik weet, is er geen professor in het Hebreeuws of het Oude Testament aan een universiteit van wereldklasse, die niet gelooft dat de schrijver(s) van Genesis 1-11 aan hun lezers de opvattingen bedoelde(n) over te brengen dat:
+ de schepping plaatsvond in een serie van zes dagen die gelijk waren aan de dagen van 24 uur die we nu ervaren,
+ de getallen in de genealogieën in Genesis door simpele optelling een chronologie geven vanaf het begin van de wereld tot aan latere gebeurtenissen in de Bijbelse historie,
+ de vloed in Noachs dagen wereldwijd was en alle menselijk en dierlijk leven uitroeide, behalve dat van allen in de ark.
Overigens gelooft James Barr zelf niet datgene wat hij zo duidelijk uitlegt. Dat kan dus ook.
Steven Boyd van ICR deed onderzoek naar het genre van Genesis 1 en vergeleek dat met tal van andere tekstgedeelten die narratief zijn en/of die in terugblik historische gebeurtenissen beschrijven. Zijn conclusie: Genesis 1 is verslag van gebeurtenissen, geen poëze, geen andere blabla, maar gewoon datgene wat het voorgeeft te zijn.
Lees wat er staat, geloof wat er staat en je hebt wat er staat.
Rinus Kiel.
@Rinus Kiel
Stel dat de schrijver heeft bedoeld dat het echt is en het zelf dan ook geloofd heeft, dan wil dat niet zeggen dat we dat in de eenentwintigste eeuw ook nog zouden moeten geloven.
De drie genoemde punten zijn namelijk inmiddels aantoonbaar onjuist, niet gebeurd.
Dit zegt overigens niets over een wel of niet bestaan van God.