Dat Metro-columnist Luuk Koelman Katholiek Nieuwsblad-hoofdredacteur Mariska Orbán – De Haas niet erg aardig vindt is bekend. Dat hij de dode Tim Ribberink zou gebruiken om Orbán – De Haas zwart te maken hadden de meeste Metro-lezers niet verwacht en gaat ook veel te ver.
Door: Evert te Winkel
Zogenaamd uit naam van de KN-hoofdredacteur feliciteert (inmiddels is de column verwijderd) Koelman de facto de ouders van Tim Ribberink:
“Aan de andere kant: nóg erger was het geweest wanneer Tim over enkele jaren met een andere homo was getrouwd. […] Dat had enkel geleid tot Sodom en Gomorra-achtige praktijken als polygamie, incest en pedofilie. […] Al die ellende blijft hem nu gelukkig bespaard.”
Hiermee probeert hij Mariska Orbán – De Haas zwart te maken, over de rug van de dode Tim. Hoewel ik woedend ben over deze schaamteloze column, raakte ik geïntrigeerd door deze tweet:
“Het is @LuukKoelman wel gelukt om bij mij enig nadenken over m’n eigen ethische grenzen te triggeren. Dat is dan toch ook wel weer knap.”
Een ander: ‘…en nu word ik gemeen’. Meestal is iemand die beweert gemeen te zijn dat juist niet. Maar Anton Dautzenberg spaarde ‘Tonio’ -de haakjes zijn doelbewust, want het gaat vooral over het in het boek Tonio opgeroepen beeld van hem- bepaald niet in zijn rede voor de Avond van de Polemiek. De reacties, met name vooraf, waren scherp en veroordelend, want van de dode zoon van een auteur blijf je af!
Wat stuurde Dautzenberg op naar de jury? Dit:
“ik kan je pafferige, androgyne gestalte niet meer zien. Helaas voor mij is het boek nu ook in Duitsland verschenen. Tientallen landen zullen volgen en zullen massaal rouwen. Straks kan ik nergens meer op vakantie, overal kijk ik tegen jouw decadente krokettenkop aan. Je wordt bedankt. Klootzak.”
Wettelijk gezien, in Nederland kennen wij terecht een hele ruime vrijheid van meningsuiting, is er geen belemmering om dit soort stukken, waarin doden worden beledigd of worden misbruikt om een punt te maken, te publiceren. De kwestie is om te beginnen ethisch.
Laten we om te beginnen kijken naar het boek van A.F.Th. van der Heijden, vader van Tonio en auteur van het boek Tonio. Van der Heijden schreef dus een boek over zijn eigen overleden zoon. Hij maakte Tonio daarmee een publiek figuur. Postuum werd Tonio een publiek figuur, die dus ook publiekelijk bekritiseerd mag worden. Ook in een polemiek, zoals Dautzenberg deed.
Ook van Tim Ribberink werd in zekere zin een publiek figuur gemaakt, door de rouwadvertentie. Daar mag je zeker kritiek op hebben. Het is goed dat er aandacht wordt gevraagd voor pesten, maar op deze manier schiet ‘men’ gemakkelijk in de kramp de directe schuldigen, de pesters, te willen straffen, zonder oog te hebben voor de werkelijke oorzaken.
Het verschil tussen kritiek hebben op een bepaalde manier aandacht vragen voor een op zich heel belangrijk onderwerp en de suïcide van een jonge man gebruiken om iemand anders, die er echt niets mee te maken heeft, zwart te maken, is echter heel groot. Het is uiteindelijk intriest om iemands dood te gebruiken tegen Mariska Orbán – De Haas, hoe groot de afkeer van haar ook is.
Metro besloot de column terug te trekken, met de lafhartige mededeling: “Over de inhoud van de column doet Metro geen mededelingen. Metro-columnisten schrijven op eigen titel en niet op die van de krant.”
Ondertussen beweert de krant (grote delen van de column worden hier geciteerd en zijn nog altijd toegankelijk) ook nog dat de column de fatsoensnormen niet overschrijdt en dat columnisten alle vrijheid krijgen om te schrijven wat zij willen. De krant neemt dus geen verantwoordelijkheid voor het eigen falen.
Hoe onverstandig Anton Dautzenberg ook is, hij is verstandiger dan Luuk Koelman en Metro, in deze zaak. Dautzenberg sprak zijn rede uiteindelijk niet uit. Hij begint er wel mee, maar gaat al gauw verder met het bekritiseren van de Nacht van de Polemiek en van zichzelf en andere schrijvers:
“Waar is de tijd gebleven dat schrijvers voorop liepen in de strijd tegen de debilisering van de samenleving, de teloorgang van de cultuur en met rechte rug klaarstonden om de vrijheid van meningsuiting te verdedigen? Kortom, de tijd dat schrijvers nog aanzien hadden? We lijken alleen nog als formulebevestigende marionetten van de vermaakindustrie een rol te kunnen, en erger nog: te wíllen spelen.”
Waar is de tijd gebleven, Luuk, dat jij voorop liep in de strijd tegen debilisering van de samenleving en de teloorgang van de cultuur?
Door Tim Ribberink zo te misbruiken om zijn punt te maken, welk punt dat ook zijn moge, en om publiciteit te genereren doet Luuk Koelman precies wat Anton Dautzenberg zichzelf en de rest van het schrijversgilde verwijt. Ik hoop dat de felle reacties die dit stuk oproept (soms te fel, doodsbedreigingen op Facebook gaan veel te ver. Overigens wordt inmiddels ook Mariska Orbán – De Haas met de dood bedreigd), ook Luuk Koelman triggeren om over de eigen ethische grenzen na te denken. Hij hoeft tenslotte geen marionet te zijn van de vermaakindustrie.
Pesten is geen grap, laat ook de Amerikaanse auteur Frank Peretti in zijn non-fictieboek De verwonde geest zien. Vrijzinnig Evangelisch heeft het boek ter recensie liggen. Wie het boek graag wil recenseren kan een e-mail sturen naar redactie [at] vrijzinnigevangelisch.nl
Vrijzinnig Evangelisch heeft verschillende andere columns verzameld over dit onderwerp. Lees de reacties van Geenstijl, Phaedra Werkhoven op Fabulous Mama en van Frank Timmers in Tubantia.
3 reacties op “Postuum publiek: schrijvers die over lijken gaan”
[…] een uitstekend initiatief van u om het gevoelige onderwerp pesten aan de orde te stellen in uw column. En op zo’n gevoelige manier ook! Ik ben onder de indruk. U haakt zo mooi in op de zelfmoord van […]
[…] hele grote verademing zijn de omgangsvormen in vergelijking met de geldingsdrang van columnisten, die zo graag provoceren dat anderen door doodsbedreigingen moeten onderduiken. De rust van de SGP […]
Plastic nepfoetussen Koelmans column illustreert dit door een uitvergroting te maken. De dood van een jongen, die misschien wel homofiel was, is publiek domein geworden waardoor iedere malloot er zijn mening over kan geven. Enter Mariska Orbán-de Haas.