Verkondigen, daar is Dien de Haan, ik denk dat ik haar wel Dien mag noemen, volgens een interview met Lucia Ganieva niet vies van. Ze preekte in ontmoetingsdiensten binnen de Christelijke Gereformeerde Kerk en vond niets heerlijker dan het evangelie van Jezus door te geven:
“Ik ben wel, denk ik, ongeveer met de pen in mijn vingers geboren. […] En zo ben ik ook in de journalistiek gerold. Dan met name in die journalistiek waarin het ging om het doorgeven van het evangelie van Jezus Christus naar anderen toe.”
Evert te Winkel
Als een rode draad loopt deze wil tot verkondiging, waarbij zij van de lezer een antwoord verwacht, door haar boeken heen. “Kunt u niet meer geloven? Maar u mág dúrven geloven!” schrijft zij in Op al mijn wegen (4e druk, 1976). “Als je ooit het bewijs wilt zien hoe dichtbij God is… hoe dichtbij hij gekómen is… kijk dan naar Jezus!” in haar meest recente boek Wandelen met God.
Steeds verwacht Dien de Haan, oud-redacteur en columnist van de Elisabethbode, van de lezer een reactie, een verandering van leven. De toon is appellerend en adviserend. Dat geldt in sterkere mate voor Wandelen met God dan voor Op al mijn wegen, de eerste spreekt duidelijk meer een publiek aan dat voor Dien in de zaal zit. Dit boek bestaat uit toespraken die ze in de loop der jaren hield en waarbij ze, zoals ze in het voorwoord meldt, graag met de luisteraars in gesprek ging. Dat is ook wat het boek oproept.
Afwisseling
Inhoudelijk houdt Dien de Haan de lijn van Op al mijn wegen vast, met als ondertitel van Wandelen met God ‘Onderweg naar de toekomst’. Het op weg zijn, onderweg zijn met God, blijft het kenmerkende thema van Dien de Haan, ondanks 37 jaar tijdsverschil en een pensionering. Tot zover de overeenkomsten, die opvallend zijn. De verschillen zo mogelijk nog meer. Belangrijkste: Wandelen met God is inhoudelijk veel meer consistent.
Dat Op al mijn wegen inhoudelijk minder consistent is, positief zou je kunnen zeggen dat deze afwisselender is, komt doordat het een verzameling columns is die Dien de Haan, toen nog onder pseudoniem Annie Verdelman, schreef over allerhande onderwerpen. Vanuit ‘op al mijn wegen’, een thema dat in veel van de columns kort wordt aangestipt, schrijft de oud-redacteur over wolven in Artis, vloeken en bidden, angst, weduwe en weduwnaar, geld en een grote hoeveelheid andere onderwerpen. Voor columns zijn de bijdragen in Op al mijn wegen tamelijk lang, maar nog altijd een stuk korter dan de toespraken in Wandelen met God. Deze langere bijdragen geven Dien ook de mogelijkheid om onderwerpen wat systematischer te behandelen, de verschillende hoofdstukken blijven wel gevarieerd en worden met veel anekdotes luchtig gehouden.
Wandelen met God begint bij God, keert zich dan tot de mensheid, dan tot het individu, tot jou en mij, gaat verder over onze verantwoordelijkheid ten opzichte van de naaste en wat God doet voor de naaste. De laatste drie hoofdstukken gaan over hoe met de Bijbel om te gaan, welke rol de vrouw heeft in de kerk en de toekomst.
Vrouwelijk
Het op één na laatste onderwerp zegt veel nuttigs over het boek voor voordat je het koopt: Het is een vrouwenboek. Dat wil niet zeggen dat een man het boek niet met plezier kan lezen, ik vindt het zelf echt een leuk boek, maar het is in alles aan vrouwenboek. Dat zie je al aan de opmaak: op de onderrand van de cover staat een plaatje van wat bloemen, mijn kennis van bloemen reikt niet ver genoeg om de soort te noemen, en aan het begin van ieder nieuw hoofdstuk komen deze bloemen weer terug.
Ook tekstueel is de stijl weinig ‘mannelijk’, voor zover dat onderscheid houdbaar is natuurlijk. De stijl is weinig analytisch en Dien de Haan benadrukt veel door accenten en uitroeptekens. Dat is overigens ook al een kenmerk van het veel eerdere Op al mijn wegen.
Veel van de onderwerpen zijn overigens ook van groot belang voor mannen, maar voor hen zou het vaak op een andere, afstandelijker, manier geschreven worden. Niet voor niets raadt de uitgever het boek aan voor ‘kringen en in groepen’, de kring is binnen christelijke groeperingen bij uitstek een plaats waar de ‘vrouwelijke’ geloofsbeleving – ik maak enigszins een karikatuur -, een rol heeft, daar waar die dienst van oudsher een tamelijk ‘mannelijk’ karakter heeft, voordat deze gedomineerd werd door de zangdienst tenminste.
De gespreksvragen, wat het nut voor kleine groepen onderstreept, zijn niet zozeer gericht op discussie en debat, maar veel meer op het vertellen van persoonlijke verhalen en getuigenissen. De eerste van hoofdstuk 1 spreekt wat dat betreft voor zich:
“Heb je weleens dat heimwee-achtige gevoel, zelfs als je op de bergtoppen van het geluk staat, dat gevoel van: en toch is dit het nog niet helemaal, er moet toch meer zijn, maar ik kan het echt niet pakken…?”
Vanuit mijn tamelijk autistische denktrant – maar is dat niet typisch mannelijk? – denk ik: ‘nee, dat heb ik nooit.’
Bijbellezen
Interessanter, voor mij, is bijvoorbeeld hoofdstuk 8, waarin Dien de manier van bijbellezen bespreekt. Nu houd ik mij veelvuldig bezig met theologie en met de daarbij behorende hermeneutiek en ik vraag mij weleens af hoe je, zonder al deze kennis, de Bijbel goed zou kunnen lezen. Dien komt met vier vragen als aanbeveling, die al veel, niet alle, veelvoorkomende misverstanden bij het bijbellezen kunnen wegnemen:
1. Hoe was de situatie in de tijd waarin deze tekst geschreven werd?
2. Wat was toen, in die situatie, de boodschap, de werking van deze tekst? (niet om daarmee te zeggen: o, dan geldt het dus voor ons niet meer, maar om dan dóór te vragen)
3. Wat is de situatie nu?
4. Wat is de boodschap van deze tekst dan nu in onze situatie in onze tijd?
Als je deze vragen volgt bij het lezen van de Bijbel, lees je de Bijbel dan goed? Daarmee ben je er nog lang niet, natuurlijk niet. Maar het lost wel de grote problemen op van een Bijbel als een tijdloze en onvertaalde brenger van een goddelijke boodschap. Daarmee is ze verder dan veel evangelische predikers, binnen mijn kringen ook wel sprekers genoemd, die ik in het dagelijks leven tegenkom.
Deze manier van lezen past Dien in het kort toe op het dragen van ‘mannenkleren’ door vrouwen (ergo: de broek) en op de slavernij en uitgebreider in hoofdstuk 9 op de rol van de vrouw in de gemeente. Daarbij concludeert ze dat man-vrouwverhoudingen niet over competitie gaan, dat een drammerige houding net zo kwalijk is als een eenzijdig traditionalisme, dat uiteindelijk het gesprek open moet blijven.
Gesprek
Wat dat betreft roepen de appellerende toon, de accenten en de uitroeptekens van Dien de Haan wel wat op. En de inhoud natuurlijk ook. Soms weerstand, in ieder geval gedachten. En af en toe de neiging om met Dien in discussie te gaan. En die appellerende toon zal zeker niet in goede aarde vallen bij mensen die het van te voren al volstrekt met haar oneens zijn.
Gelovigen, dat is het publiek van de toespraken en dat is het publiek van dit boekje, zullen echter gefascineerd lezen over Golgota en het proces tegen God (hoofdstuk 2), of deze uitleg nu met instemming ontvangen wordt of niet. Ook kan je het zeker oneens zijn met de manieren waarop Dien wil dat wij met de naaste omgaan, met mensen die lijden of verdriet hebben, maar dat dit een belangrijk onderwerp is dat meer aandacht verdient, dat staat buiten kijf. Ook de overige onderwerpen verdienen veel aandacht en zeker ook een verandering van gedrag.
Het boek is dan ook vooral een uitnodiging tot gesprek, wat dat betreft heeft de uitgever gelijk: het is zeer geschikt voor in de kring. Of het erg verkondigend is: ik denk het niet. Hooguit verkondigend tegenover mensen die het toch al grotendeels eens zijn met Dien de Haan. Is dat erg? Nee, want ook voor hen is er genoeg om het over oneens te zijn en dat leidt altijd tot nadenken. Wandelen met God: het eindpunt is nog niet bereikt.
»«
Wandelen met God: Onderweg naar de toekomst
Dien de Haan
Boekencentrum
184 pagina’s
€15, 90/ e-book: €7,99
»«
Geplaatst: 20 mei 2013 om 7:00 uur
pastoraal
Boekencentrum
paperback
184
Één reactie op “In gesprek met Dien de Haan; recensie Wandelen met God”
[…] In gesprek met Dien de Haan; recensie Wandelen met God […]