Vrijdagmiddag raakte ik rond borreltijd verzeild in een Twitterdiscussie over een artikel van Fop Schipper voor DDS. Voor mijn opinievorming over allerlei onderwerpen maak ik weinig gebruik van zogenaamde opiniewebsites, -ik lees een krant en twee meer of minder bekende opinietijdschriften- dus voor mij had de site net zo goed Dagelijks Dwaze Schrijfsels kunnen heten als De Dagelijkse Standaard. Mijn tweeps nemen het allemaal, zo lijkt het, wat serieuzer.
Evert te Winkel
Ik verliet mijn ivoren toren, ik was bezig met het lezen van Karl Poppers De groei van kennis –op papier!- om het strijdgewoel daar beneden te bekijken en te proberen in te grijpen. Naarmate de ad hominems en drogredenen mij steeds meer om de oren vlogen groeide het verlangen naar mijn VrijMiBo en om terug te kruipen in mijn eigen elitaire hok. Ik begrijp het namelijk niet.
Breivik
Wat ik gewend ben in de opinietijdschriften die ik lees, is dat de auteurs ideeën en feiten verzamelen, deze gebruiken om een zaak van verschillende kanten te bekijken, om die verzamelde feiten en ideeën te gebruiken als argumenten en op basis daarvan een eigen conclusie te trekken. Of deze conclusie zelfs weg te laten. Kort gezegd: Zij nemen ook andere opvattingen dan de eigen serieus.
Als ik mijn mentions van vrijdagmiddag en avond doorlees, zie ik hoe een auteur en de website De Dagelijkse Standaard vergeleken worden met de Noorse massamoordenaar Anders Breivik, anderen worden beschuldigd van ‘smadelijk geklets’, stukjes op de site worden ‘racistische en crypto-fascistische rommel’ genoemd, waarop weer gereageerd wordt met de termen ‘volkomen feitenvrije, smadelijke bagger.’ Een volgende tweep die zich met het gesprek bemoeit noemt Joshua Livestro ‘niet goed snik’ en ook de termen ‘laster’ en ‘vuilspuiterij’ vallen. Dan heb ik het nog niet eens over de discussie die zich buiten mijn mentions om voltrekt.
Enfin, laat ik afsluiten met de mooiste: Een laatste tweep die zich met het geval bemoeit noemt voor het gemak heel Twitter een ‘open inrichting’. Als ik niet beter wist zou ik denken dat het satire betreft. De discussie lijkt niet langer tot doel te hebben om (de ander) te overtuigen van de eigen ideeën, maar om te laten zien vooral niet bij de ander te horen. “Toon mij uw vijanden en ik toon u wie u bent” wordt misschien wat al te letterlijk genomen. ‘Wij hebben gelijk, hullie hebben ongelijk en zijn dus fout. Jullie willen het niet zien, jullie zijn linkschmensch, gutmensch, aartsconservatief, achtergebleven, hebben een ivoren-torenmentaliteit, zijn domvolk, fascistisch of grachtengordel’.
‘Hullie’
Als dit nou een incident zou zijn, gedrag dat beperkt blijft tot Twitter, dan zou ik me niet verwaardigen hier een briesend stuk over te schrijven. Maar vrijwel iedere keer dat ik me laat verleiden op één van de bekende opiniewebsites te koekeloeren valt me hetzelfde op, of het nu Joop, Frontaal Naakt, The Post Online of De Dagelijkse Standaard betreft: Het doel is niet om een eigen verhaal te vertellen, maar om je af te zetten tegen hullie, tegen de ander met de verkeerde opvattingen. Ik blijf er weg, ik weet niet wat ik er te zoeken heb. Ik heb het gevoel dat er een onoverbrugbare kloof zit tussen mij en de discussiërenden op internet. Alsof ik die verdorven intellectuele elite in een ivoren toren ben –en ik ben slechts een HBO-er- die Henk en Ingrid niet begrijpt, laat staan me in hun problemen wil verdiepen. Ik maak me zorgen.
Bij Popper lees ik dat de oplossing juist zit in het feit dat we het allemaal, als collectief, als wereldbevolking, als Henk en Ingrid samen met de intellectuele elite, niet weten:
“Maar juist dit idee van vergissing en menselijke feilbaarheid sluit een ander idee in: het idee van objectieve waarheid: de norm waarin wij tekort kunnen schieten.”
Ivoren toren
Vanuit ‘the medium is the message’ ben ik weleens geneigd om internet de schuld te geven: De aard van internet nodigt uit om direct te reageren, het liefst direct in de tegenaanval te gaan, in plaats van het stuk te herlezen, een eventuele reactie te schrijven, als dat al verstandig is, en dan nog een nachtje te slapen over deze reactie alvorens deze in te sturen. Reactie moet en wel nú en wel fel. En zo verliest iedereen elkaar al snel uit het oog. Het internet is er natuurlijk niet de schuld van, dat zijn wij zelf.
Ach, laten we het allemaal wat minder serieus nemen. Iemand met een andere mening is niet gelijk een vijand, iemand die scheldt hoeft echt geen reactie terug. Schrijf eens een artikel waarin ‘hullie’ niet fout is, maar waarin je over je eigen fouten uitweidt. Waarin je jezelf op een lichtzinnige en clowneske manier voor gek zet. Het maakt het leven zoveel aangenamer. En als laatste: klim toch eens in je ivoren toren en lees een papieren boek, vooral tijdens de vrijdagmiddagborrel. Laat internet maar lekker eens het internet. Dat heeft genoeg aan zichzelf.
»«
» Geplaatst: 18 september 2013, 08.00 uur
Evert te Winkel (25) is journalist, grachtengordelintellectuoloog, als freelancer verbonden aan de fatsoensgestapo en woont hoog in een ivoren toren.
Één reactie op “Linkschmensch, domvolk, gutmensch of fascistisch”
Goed stuk, ik zal je raad opvolgen!