“Of je nu on-line of off-line bent: blijf jezelf. Dat is mijn ongevraagd advies aan iedereen. Doe je niet mooier, beter, zelfverzekerder of gelukkiger voor dan je bent: doe in ‘s hemelsnaam normaal.” Dat schrijft Paul Abspoel vanwege de lancering van MijnKerk, gisteravond om 20.00 uur.
Door: Paul Abspoel, alle foto’s door Paul Abspoel
Gisteren was ik aanwezig bij de lancering van mijnkerk.nl – een pioniersplek van de protestantse kerk in Nederland op het wereldwijde web. Het is niet zo dat ‘de kerk’ hiermee voorzichtig haar eerste schreden op internet zet, zij is door miljoenen actieve on-line christenen individueel en collectief al heel lang ruim vertegenwoordigd – maar op deze wijze ‘kerk op internet-zijn’ is toch opmerkelijk en spraakmakend. De media besteden welwillend aandacht aan dit initiatief en de aarzelingen en bezwaren lijken vooral bij gelovigen vandaan te komen: ‘Een stola met de logo’s van Facebook en Twitter… kan dat eigenlijk wel?’ en: ‘De kerk is toch bovenal een plaats van ontmoeting…?’ Ik deel die bezwaren niet want een sjaal is een lap stof (ook als deze liturgisch gebruikt wordt) en als je je met je kerkelijke attributen en kledingstukken in de buitenwereld begeeft, is enig aanpassingsvermogen gevraagd. En wat de kwestie van ‘ontmoeting’ betreft: je kunt elke zondag naar de kerk gaan en braaf meezingen, maar daarmee is niet gezegd dat je je daar werkelijk op je gemak voelt en dat je er niet verschrikkelijk eenzaam kunt zijn. Het feit dat steeds meer mensen ‘de kerk voor gezien houden’ moet de binnenblijvers toch aan het denken zetten.
Net de echte wereld
Ik mag wel zeggen dat ik qua actief internetgebruik een early adopter ben: ik schrijf blogs vanaf 2004 – aanvankelijk in het Engels – en ik ben actief op Facebook en Twitter sinds 2007 (laat in de comments van je horen als je er eerder bij was!) Ik ben altijd enthousiast geweest over de mogelijkheid om je leven óók online met anderen te delen en ik vind de computer veel leuker dan televisie vanwege de kracht, diversiteit en interactiviteit van internet / sociale media.
Internet heb ik altijd beschouwd als een plaats waar je mensen kunt ontmoeten die heel anders in het leven staan dan jij. Zij kunnen je helpen je eigen mening te verwoorden en te toetsen (en waar nodig radicaal bij te stellen) en zeker in een verzuilde samenleving bevordert dit wederzijds begrip en waardering. Nog altijd zie ik geloofsgenoten online taal gebruiken die voor niet-ingewijden onbegrijpelijk is. Dat is niet altijd een probleem, maar als je niet onder gelijkgestemden bent zul je wel extra je best moeten doen om verstaan te worden. Dat geldt overigens voor iedereen die uit een ‘min of meer gesloten subcultuur’ naar buiten kruipt.
Doe in ‘s hemelsnaam normaal
Of je nu on-line of off-line bent: blijf jezelf. Dat is mijn ongevraagd advies aan iedereen. Doe je niet mooier, beter, zelfverzekerder of gelukkiger voor dan je bent: doe in ‘s hemelsnaam normaal. Als je open bent over de dingen waar je trots op bent, durf dan ook zaken te delen waar je pijn en moeite ervaart. Ik probeer dit zelf echt in praktijk te brengen en merk hierdoor dat ik dichterbij mijn medemensen kom, ook als zij heel anders in het leven staan dan ik, of bij een andere generatie of (sub)cultuur horen.
Er is een tijd geweest dat christenen regenboogjes, visjes of stickers met bijbelteksten of vrome kreten op hun auto plakten. Dat gebeurde waarschijnlijk vooral uit missionaire motieven (lekker veilig, je hoeft er niet echt over te praten maar je bent toch een mobiele verkondiger van je geloof…), maar in praktijk was het – denk ik – een vorm van jezelf kietelen en een veilig ‘wij-gevoel’ creëren. Vaak werken dit soort zaken goed om andersdenkenden op afstand te houden (in het verkeer is dat een goede zaak!) maar ze dragen niet bij aan verbinding en begrip, eerder dus een vorm van dissociatie dan associatie.
Fremdkörper
Het was een eervolle en leuke opdracht om enige maanden gelden drie van de pioniers van mijnkerk.nl te mogen fotograferen. De fotoshoot vond plaats op een zonnige dag in de omgeving van Station Amsterdam-Sloterdijk, vlak bij mijn werk. Ik had Adrie Stemmer, Bram Dijkstra-Geuze en Fred Omvlee gevraagd om een ‘binnenkerkelijk attribuut’ naar buiten mee te nemen, zodat ik hen in de publieke ruimte kon fotograferen met een christelijk ‘Fremdkörper’. Adrie nam een wijwaterbakje mee met kruis en Pax Dei opschrift, Fred sloeg een stola om met een Pax Christi teken (hij had nog geen Facebook of Twittersjaal…) en Bram had rolletjes pepermunt meegenomen met gepaste teksten. De pepermuntrollen zijn alleen met een knipoog te beschouwen als ‘binnenkerkelijk’. Immers, het beeld van drie mensen gezamenlijk op een bankje die elkaar een pepermuntje aanbieden is toch een vroom en beproefd alternatief voor het wereldse jointje roken.
Toga’s en stola’s
Mooi dat de bijeenkomst gisteren van start ging met een stukje uit een lied van Bløf: ‘Hier ben ik veilig, hier ben ik sterk; Hier ben ik heilig, dit is mijn kerk…’ Dat is een grappige manier om je iets van de popcultuur toe te eigenen en aan te sluiten bij wat algemeen bekend is. De stola met beeldmerken van de twee populairste social media platforms was een geslaagde poging tot verbinding. Veelzeggend om dan te merken hoe gelovigen op Twitter bij het zien van deze handeling (het omhangen van de stola) voorzichtig beginnen te sputteren. Ik weet sinds gisteren ook dat blauw de verkeerde kleur is voor zo’n kerkelijk ritueel – dat had goedbeschouwd rood moeten zijn, verwijzend naar het vuur van de heilige Geest. Nu zijn de logo’s van Facebook en Twitter zo blauw als de hemel (op een donkere en een lichte dag), dus ik begrijp de keuze volledig. Bovendien kom ik uit een geloofstraditie waarbinnen toga’s en stola’s net zo ongebruikelijk zijn als wijwaterbakjes en walmende wierooklampen, dus ik zie sowieso niet direct wat het probleem is.
Veilig en heilig
Mijn kerk – dat bezittelijk voornaamwoord in de naam houdt een zekere betrokkenheid en verbinding in. Dit initiatief vormt een bescheiden begin en we moeten, net als bij andere vormen van kerkstichting, nog maar afwachten of er een dikke boom uit het dunne twijgje groeit. Fijn dat de protestantse kerk nu ook in deze vorm officieel present is op het internet, een kerk mag wat mij betreft zichtbaar en beeldbepalend zijn in elk landschap. Ik snap tegelijkertijd de behoefte aan geborgenheid, het verlangen naar een beschutte plek waar je je gebeden min of meer discreet kunt delen en opzenden en waar je een virtueel kaarsje kunt branden. Hier ben ik veilig, dit is mijn kerk…
Nu we toch fijn aan het samenzingen zijn, laat ons dan ook een compleet couplet als slotlied aanheffen. De Zeeuwse popgroep Bløf deinst er niet voor terug het woord ‘heilig’ (afgezonderd voor een bijzonder doel) in de mond te nemen, dus waarom zouden wij achterblijven? Zingt u maar mee:
Hier ben ik veilig, hier ben ik sterk
Hier ben ik heilig, dit is mijn kerk
Dit is mijn haven, hier leg ik aan
Hier kan ik slapen, hier moet ik staan
Hier ligt mijn hart voor jou
Paul Abspoel is uitgever bij Ark Media, fotograaf en blogt op vrijspraak.wordpress.com. Dit artikel is met toestemming overgenomen. Hier het originele artikel, met alle foto’s.
Één reactie op “Hier ben ik veilig, dit is mijn kerk”
Ik kan me veilig voelen in de supermarkt, ik kan me veilig bij mijn psycholoog, ik kan mij veilig voelen bij vrienden, ik kan mij veilig voelen als het gezin waarin ik opgroeide weer bijelkaar is.
Ik kan mezelf zijn in de supermarkt, ik kan mezelf zijn bij mijn psycholoog, ik kan mezelf zijn bij mijn vrienden, ik kan mezelf zijn als het gezin waarin ik opgroeide weer bijelkaar is.
Wie zijn of haar kerk definieert als waar je jezelf kunt zijn kan het evengoed het een virtueel religieus buurtcentrum noemen, of een kerksoos. Het is doodeenvoudig een herdefinitie van het woord. De zoveelste.
Wat onderscheid het woordje Kerk van een virtueel religieus buurtcentrum? Of een Kerksoos? Het feit dat je een religieus praatje een preek noemt?
De Kerk op zondag is de plek bij uitstek waar het Lichaam van Christus als gemeenschap bij elkaar komt om te gedenken de dood van de mens Christus en te vieren dat Hij, is opgestaan.