Categorieën
Kerk

#Stolagate; de achtergronden

fred omvlee, pkn, mijnkerk
Fred Omvlee tijdens de lancering

Het woord is gevallen: Theologiestudent Bas van der Bent (lees hier zijn kijk op de ‘stolagate’) noemt op Twitter de discussie over de stola bij de lancering van MijnKerk.nl een stolagate. MijnKerk is een online-only-kerk en werd woensdag 15 oktober officieel gelanceerd. De kritiek op met name de stola, met logo’s van Facebook en Twitter, is niet van de lucht en voor de bedenkers van de kerk is dat vanzelfsprekend niet leuk. Tegelijkertijd is dat geen reden om zakelijke kritiek, die zeker niet geheel onterecht is, achterwege te laten. Wat is de kritiek en had de organisatie van MijnKerk deze moeten verwachten en hierop moeten anticiperen? Dat zijn de vragen die ik in dit stuk probeer te beantwoorden.

Door: Evert te Winkel

“Veelzeggend om te merken hoe gelovigen op Twitter bij het zien van deze handeling (het omhangen van de stola) voorzichtig beginnen te sputteren.” Paul Abspoel, uitgever bij Ark Media, kijkt met verbazing naar de reacties op de lancering van MijnKerk, vertelt hij op zijn blog.

Bij de lancering (zie kader) kreeg Fred Omvlee een stola omgehangen en werd hij gezegend, waardoor deze lancering wel verdacht veel op een inzegening leek. In de reacties op Abspoels blog en elders op internet komen verschillende kritiekpunten naar voren, helder omschreven. Vanuit meer evangelische hoek hadden sommigen kritiek op een gebrek aan ‘Jezus’ op MijnKerk (kritiek die de opiniepagina van het Nederlands Dagblad heeft bereikt), anderen hadden kritiek dat het ‘te kerkelijk was’, maar vooral de stola riep heftige reacties op.

De kritiek: De impliciete boodschap
Het grote probleem is de stola, met logo’s van Facebook en Twitter, deze zou teveel verwijzen naar commerciële ondernemingen. Wat als deze ondernemingen in diskrediet raken? Dan straalt dat volgens sommigen ook op de kerk af. Met name vanuit het buitenland kwamen vragen of MijnKerk misschien door Facebook en Twitter gesponsord wordt, reageert Axel Wicke, predikant in Den Haag, op Paul Abspoels blog.

Ook is de vraag in wiens naam Fred Omvlee daar staat, legt hij uit uit. De symboliek op een stola verwijst naar Christus, de Heilige Geest of naar het Koninkrijk van God, stelt hij. Een verwijzing naar commerciële bedrijven is daarbij ongepast.

Jacobine Scholte-De Jong gaat op hetzelfde punt verder en legt het principiëler uit: Het omhangen van een stola is het kleden met gezag, het is het ontvangen van een status zoals de ambtsketting van een burgemeester of van de eer van de medaille van een Olympisch winnaar. Het is dus niet een detail, maar het is de samenvatting van het geheel. Een online-dominee moet niet het gezag ontvangen van Facebook en Twitter, maar van het Woord van God.

Belangrijker nog dan het gezag vindt Jacobine Scholte-De Jong de onafhankelijkheid die de stola toont. De predikant is niet van de gemeenschap, of op internet van de bezoekers van de site, maar: “Die stola betekent: ik ben aan niemand iets verplicht, behalve aan het woord van de Heer.”

Is dit louter binnenkerkelijk geneuzel?
Nee. Niet-kerkelijken zullen niet altijd alles begrijpen wat er in een kerk gebeurt of gezegd wordt, maar heel veel ook wel. De welbekende ‘tale kanaäns’ en allerlei oude rituelen kunnen een groot struikelblok vormen voor het begrijpen van een kerkelijke aangelegenheid. Overigens herkennen ook kerkleden soms het doel van bepaalde rituelen niet meer. Maar niet-kerkelijken zijn niet dom: Zij herkennen het omhangen van de stola, gevolgd door een zegen, als een belangrijke gebeurtenis, als een religieus ritueel met betekenis. Wat zij niet zullen herkennen is dat dit geen officiële inzegening is, daarvoor ziet het er toch te officieel uit. Als het geen officiële inzegening is, moet het dan geïnterpreteerd als een toneelstuk? Hoe dan ook roept het veel vragen op.

Overigens is de tegenstelling tussen wel- en niet-kerkelijk een beetje ongelukkig, de werkelijkheid is gelukkig veel rijker geschakeerd, maar de ‘critici’ (bij gebrek aan een neutraler woord) van de stola kregen als verwijt dat dit slechts een probleem is voor kerkelijken, waar MijnKerk volgens hen niet voor bedoeld is. Voor het gemak volg ik hier die lijn. In de praktijk is er veel geloof buiten de kerk te vinden en veel ongeloof daarbinnen en dat kan, met een beetje geluk, zorgen voor begrip voor elkaar.

Om door de ogen niet niet-kerkelijken te kijken: Zij zullen het gebruik van de logo’s van Facebook en Twitter niet los kunnen zien van dat plechtige ritueel van het omhangen van de stola en de daaropvolgende zegening, waarna Fred Omvlee zich tot de kijkers richt en zo ‘zijn ambt op zich neemt’. De ‘baas’ van de kerk, Arjen Plaisier, hangt hoogstpersoonlijk de logo’s van twee retecommerciële bedrijven om de  schouders van Fred Omvlee. Terecht zullen kijkers zich afvragen of dit serieus is of een gimmick.

Zien deze kijkers het als serieus, dan is dat een probleem. Als ze al niet denken dat Fred Omvlee in dienst is van Facebook en Twitter, dan dient hij toch als een verkondiger van hun evangelie. Denken ze dat het een gimmick is, dan zullen niet-kerkelijken vooral denken dat de PKN, en die zal symbool staan voor de kerk in Nederland, de eigen rituelen niet meer serieus neemt. Waarom zouden zij als buitenkerkelijken de kerk en haar verkondiging dan nog wel serieus nemen?

De kern: Seculier en sacraal
Nederland kampt al jaren met secularisering. Secularisering is niet perse hetzelfde als de leegloop van kerken. Secularisering gaat uit van twee domeinen; een sacraal en een seculier domein, het domein van de kerk en van de wereld, dus. Door secularisering neemt het domein van de kerk in (relatieve) omvang af en dat van de wereld in omvang toe. Tussen deze twee domeinen zit een kloof. Secularisering gaat dus nadrukkelijk niet over geloof.

Een kerk die wil evangeliseren, die missionair wil zijn, die probeert wie of wat vroeger seculier was in het sacrale domein te brengen. Dat gaat er niet alleen om dat mensen de kerk in getrokken worden, maar juist ook dat een bijeenkomst bij mensen thuis een sacrale betekenis krijgt, bijvoorbeeld. Of dat men op internet niet naar porno of plaatjes van een sjagrijnige kat zoekt, maar naar God. Daarin wordt ook de kerkelijke gelovige aangesproken, die door ‘interne secularisatie’ steeds minder kerk in het leven heeft.

Wat doe je dan moet die kloof? Ik denk dat hierin een verschil zit tussen de critici en het team van MijnKerk. Het team van MijnKerk lijkt gretiger om de kloof tussen sacraal en seculier te dichten en wil daarvoor meer van het sacrale offeren, waar de critici het sacrale misschien wel meer een eigen plek gunnen naast het seculiere. Duidelijk is dat voor beide wat valt te zeggen.

In 2012 had ik een interview over geloofstaal met Pieter Oussoren (VolZin, 31 augustus 2012), vertaler van de Naardense Bijbel en deeltijdpredikant van de evangelisch-lutherse kerk in Apeldoorn. Daarin legt hij uit dat taal die niet in één keer te begrijpen uitdaagt: “De taal van de kerk en de taal van de Bijbel zijn niet de taal van de wereld, niet de taal van onze huidige tijd. En zo hoort het ook,” zegt hij in het interview. Hierin is de kloof tussen sacraal en seculier te herkennen en de boodschap van Oussoren, die toentertijd een grote indruk op mij maakte, is volgens mij samen te vatten als: Alleen als de kloof tussen het alledaagse van de wereld en de eeuwigheid van God groot genoeg is, kan het geloof in God mensen aanspreken (lees vooral het hele interview, het is de tijd waard).

Dit is zeker geen pleidooi voor een zo groot mogelijke kloof tussen seculier en sacraal. Maar wat wel duidelijk mag zijn: Als het sacrale maximale aansluiting vindt tot het seculiere, dan betekent dat het eind van het sacrale. Het onderscheid tussen ‘in deze wereld’ en ‘van deze wereld’ verdwijnt dan.

Afstand is dus nodig, én uitreiken. MijnKerk is typisch een voorbeeld van dat proberen uit te reiken, zoals Van Ark zegt: “Zijn waar de mensen zijn.” Op internet, bij Bløf, bij Elvis. Men tracht moderne, wereldse vormen te verbinden met oude betekenisvolle rituelen zoals de stola, de zegen en het aansteken van kaarsen. Zowel het seculiere als het sacrale worden expliciet gemaakt, beide hebben een belangrijke én onderscheiden rol. Beide zijn goed: Als alles onbekend of onbegrijpelijk is voor niet-kerkelijken, dan is de kloof voor hen namelijk onoverbrugbaar, is alles bekend, dan daagt het niet meer uit. Tegelijkertijd zijn het vooral kerkelijke gelovigen die moeite met rituelen hebben.

De uiteindelijke reden dat en masse gevallen wordt over de stola met Facebook- en Twitterlogo, is volgens mij de vermenging van het seculiere en het sacrale op de stola, waardoor het moeilijk serieus te nemen is. Het is hierbij overigens opvallend dat de bekende gereformeerde theoloog Herman Bavinck in zijn Inleiding tot de zendingswetenschap (1954) met geen woord rept over het belang of de vorm van de rituelen van de zendeling. Dit kan toch met gemak een obstakel zijn voor niet-gelovigen.

In het boek Van huis uit katholiek worden zending en ritueel samen genoemd als het gaat om die noodzaak het geloof te actualiseren. Over zending en doop, die een natuurlijke samenhang hebben, is ook meer geschreven. Ook voor de verhouding tot rituelen van andere godsdiensten gelden aanwijzingen, binnen de katholieke traditie betekent dat: niet.

Had MijnKerk deze kritiek moeten verwachten?
Ja. In verschillende reacties op de stolagate meldt men dat ze er veel minder problemen mee zouden hebben als er geen stola of een stola zonder symboliek was omgehangen. Symboliek is krachtig en daarom altijd risicovol. Het omhangen van de stola is op zich een uiterst krachtig signaal: Fred Omvlee is niet zomaar een hobbyist, hij wordt uitgezonden als ambtsdrager op het internet. De kerk staat achter hem. Dat is belangrijk. Zonder stola zou deze boodschap veel minder sterk overkomen. De logo’s van Facebook en Twitter maken de boodschap echter dubbelzinnig en dat kan het doel van MijnKerk niet zijn.

Uiteindelijk lijkt het erop dat de kritiek op de stola voor het team van MijnKerk toch wat onverwacht is. De logo’s op de stola waren vooral bedoeld als knipoog, meldt Fred Omvlee in een reactie op MijnKerk.nl. Een grap die duidelijk voor sommigen over de rand is.

Het zou wel jammer zijn als de stola uiteindelijk alle aandacht zou opeisen die MijnKerk eigenlijk verdient. De lancering van MijnKerk is niet het werkelijke begin van het project, de site is al ongeveer een half jaar actief en velen, ook sommige van de critici hebben hier al bijdragen geplaatst. Uiteindelijk is de site toch bedoeld als een plaats van ontmoeting met elkaar en met God. Een misplaatste stola kan dat hopelijk niet tegenhouden.

Kader:

Gods aanwezigheid online, de lancering van MijnKerk.nl
De lancering van MijnKerk begon en eindigde met Bløfs Hier ben ik veilig. Hans van Ark leidde de lancering en begon na het lied met het aansteken van een kaars. Want, zegt hij, de kaars is een symbool van de aanwezigheid van God. Hij verwijst hierbij expliciet naar de woorden van Jezus, die zei: Ik ben het licht van deze wereld, wie gelooft zal niet in de duisternis wandelen. Daarna lezen een drietal mensen in een filmpje een stuk voor uit de bekende psalm 23.
Het gevoelige punt volgt hier direct op, als Arjen Plaisier, scriba van de PKN, Fred Omvlee een stola omhangt met de logo’s van Facebook en Twitter. Zelf noemt Plaisier het ‘symbolen van’, logo’s klinkt mogelijk toch te commercieel. Daarna bidt Plaisier Fred Omvlee, Adrie Stemmer en de afwezige Bram Dijkstra-Geuze een zegen toe, waarin hij Gods aanwezigheid wenst, ‘vandaag, morgen en tot in eeuwigheid’ en God bidt hen de juiste weg te wijzen. Fred Omvlee beantwoordt de zegen met het verzoek aan de kijkers om met hem mee te gaan.
Er volgt een korte videopreek van Omvlee en daarna zingt ene Bouke Amazing grace van Elvis Presley. Hans van Ark sluit de lancering af met een zegen en daarna klinkt opnieuw Hier ben ik veilig.
De lancering werd live online uitgezonden op mijnkerk.nl, waar deze ook nog terug te kijken is. Dat is één van de weinige onderdelen van de site waar de bezoeker passief kan blijven. Bezoekers kunnen virtuele kaarsjes branden, geluksmomenten delen, gebedsverzoeken plaatsen, hun eigen verhaal vertellen of een korte videopreek beluisteren. Dat laatste is wel weer passief.
De gebedsverzoeken zijn soms hartverscheurend, een echtgenoot die voor het voortbestaan van zijn huwelijk bidt, mensen die voor vrienden met ALS en MS bidden, mensen die voor zichzelf bidden en daar zowat hun excuses voor aanbieden. Een Henk meldt trots niet in God te geloven, maar spreekt hem wel met U aan.
MijnKerk is een initiatief van de afdeling Missionair werk van de PKN. Dat het missionair is, wil niet zeggen dat het louter bedoeld is voor niet-christenen of buitenkerkelijken, met name niet-kerkelijke gelovigen en zoekers zijn de voornaamste doelgroep. Fred Omvlee is dominee, Adrie Stemmer is webredacteur en Bram Dijkstra-Geuze is communitymanager.

Door Evert te Winkel

Initiatiefnemer van Vrijzinnig Evangelisch. Ooit een wat zurige bijna-ex-evangelische, inmiddels opbouwend-kritisch evangelisch. Probeert aardiger te zijn.