„Is nu lid van Facebook.” Het koste even moeite, maar uiteindelijk wist ik het eerste bericht op mijn Facebookpagina terug te vinden, waarin gemeld wordt dat ik per 29 januari 2009 op Facebook zit. Precies vanaf het moment dus dat Facebook niet meer hip was.
Facebook is een voorbeeld van een online community en daarmee een voorbeeld voor online kerk. Een ander voorbeeld is voor mij Goedgelovig (het bestaat nu nog even), naast Facebook de meest opvallende exponent van online gemeenschap, misschien wel juist omdat het heel anders is dan Facebook. Beide dienen als voorbeeld om de verbinding tussen online en offline zichtbaar te maken.
Online kerk kan alleen bestaan als er voldoende uitwisseling is met de offline werkelijkheid. Daardoor kan een buitenstaander snuffelen én vindt een lid de geborgenheid die bij een gemeenschap hoort. Een online kerk als MijnKerk.nl toont ook die wisselwerking tussen online en offline, waarbij mensen elkaar irl (in real life, dus in het echte leven) ontmoet hebben. Facebook en Goedgelovig zijn communities die op een bepaalde manier extreem zijn en in hun extremiteit zeer geschikt als voorbeeld. Dat beide het element ritueel missen, behandel ik hier verder niet. Wel valt op te merken dat beide niet „een heilige vergadering van de ware gelovigen in Christus” zijn in de strikte zin van de Nederlandse Geloofsbelijdenis.
Irl first
Facebook is vooral gericht op contact met anderen; gemeenschap, maar niet op kerkelijke gemeenschap. Robin Effing omschrijft (pdf) Facebook als „digitaal smoelenboek om contacten bij te houden en mensen (opnieuw) te vinden. Daarnaast geschikt om veel interesses, kennis en kunde uit te wisselen.” Opvallend aan ‚social network’ Facebook is dat deze site op een tamelijk organische manier functioneert. Het doet denken aan de metafoor met de schapen rond de bron, maar hier is eerder iedere deelnemer van Facebook zowel bron als schaap, vanuit verschillende perspectieven. Je bent zelf als Facebookgebruiker het middelpunt van je netwerk, dat in schema weer valt te geven als een spinneweb. In slechts enkele stappen ben je met de hele wereld verbonden. Het doet denken aan de wereldwijde verbondenheid van alle christenen.
Contacten via Facebook leiden soms tot offline-contact, maar vaker gaat offline-contact aan het online contact vooraf. Van 139 geïnterviewden in een onderzoek (pdf) uit 2008 gaven 52 personen aan Facebook voornamelijk te gebruiken om in contact te blijven met mensen die ze kennen, terwijl slechts 5 Facebook voornamelijk gebruikten om nieuwe mensen te leren kennen. Opvallender wordt het verschil nog als zij meegerekend worden die oude contacten via Facebook nieuw leven willen inblazen of bestaande contacten willen volgen (zonder met hen in contact te komen).
Eventueel kunnen fotografie, communicatie en ‘opmaak gerelateerd’ toegevoegd worden aan ‘nieuwe mensen leren kennen’. Dat zou deze statistiek enigszins relativeren. Duidelijk blijft dat Facebookgebruikers voornamelijk van offline naar online contact gaan.
Irl last
Uit gesprekken op Goedgelovig is de ongeveer jaarlijkse bijeenkomst van de ‚Dwaze Schare’ voortgekomen, waar ik zelf ook verschillende malen geweest ben. Goedgelovig is een community waar vooral veel over overtuiging gesproken wordt, de voornaamste manier van communiceren is er discussie. Een reden voor deze discussies is dat gesprekken relatief weinig persoonlijk van aard zijn en relatief vaak of over de inhoud van overtuigingen gaan, of een oordeel over overtuigingen of gedragingen is.
Doordat bij Facebook offline contact zo vaak aan online contact vooraf gaat, vormt zich een ander soort gemeenschap dan bij Goedgelovig, waar velen elkaar in de eerste plaats offline kennen en slechts in een beperkt aantal gevallen ook offline, voornamelijk via de Dwaze Schare en eerdere meet-ups van Goedgelovig.
Ook is een deel van de reageerders op Goedgelovig anoniem, hoewel men bij de bijeenkomsten van de Dwaze Schare over het algemeen scheutiger is met eigennamen en ook niet iedere reageerder onder een schuilnaam reageert. Nu is die anonimiteit geen probleem, maar het heeft wel invloed op het functioneren van de community. Zowel in positieve zin, overigens als in negatieve zin. Zo durven mensen die anoniem zijn, eerder over zaken te praten waar zij zich voor schamen of meningen te geven die in hun eigen peer-group ongewenst zijn. De keerzijde is dat door de sterke nadruk op discussie, bezoekers weinig ondersteuning voor hun opvattingen kunnen ervaren.
Bij de bijeenkomsten van de Dwaze Schare komt over het algemeen een tamelijk beperkte groep reageerders. Rob, Wilfred, Bram van Dijk, Pittig, Mafchauffeur en John zijn een aantal van de bezoekers die net als ik bij (bijna) alle bijeenkomsten van de Dwaze Schare geweest zijn. Ook Ruub en Johan zijn er een aantal keer geweest. Bij de meeste bijeenkomsten waren tot twintig bezoekers. Voor een website met zoveel bezoekers en zo’n omvangrijke groep actieve reageerders, is dat bepaald niet opvallend veel. Wel is dat aantal redelijk vergelijkbaar, iets groter dan, de aantallen die over het algemeen bij simple church gebruikelijk zijn. Online is dat anders, daar waren discussies waar soms grote groepen mensen aan meededen.
In vergelijking
Mee moet ook spelen dat discussie vaak niet goed is voor gedeelde overtuiging. Dat blijkt ook, niet alleen is de diversiteit qua opvattingen groot (van orthodox-christelijk tot atheïstisch), ook is het moeilijk om gemene delers te verwoorden, al zal de opvatting dat in principe alles ter discussie mag staan tamelijk breed gedeeld worden. In dat opzicht is er geen sprake van een bijeenkomst rond de leer van de apostelen, zoals in Handelingen. Een gemene deler benoemen op het gebied van overtuiging, is bij Facebook nog veel moeilijker.
Een goede vergelijking is lastig te maken. Er zijn geen wetenschappelijke onderzoeken naar gebruikersgedrag van Goedgelovig-bezoekers of reageerders. Wel zou je kunnen zeggen dat de ‘conversie’ van online naar offline bij Goedgelovig tegenvalt, terwijl bij Facebook eerder een conversie van offline naar online plaatsvindt. Door die al bestaande offline relatie, ligt voor de hand, zonder dat ik daar concrete bewijzen voor heb, dat Facebook ook gemakkelijker gebruikt wordt om elkaar weer offline te ontmoeten.
Een andere reden dat ik denk dat de conversie van online naar offline bij Goedgelovig niet zo gemakkelijk is, is dat overtuiging voorop staat. Weliswaar is de site niet zo zuur als sommigen weleens beweren, het persoonlijke is duidelijk niet zo belangrijk en niet vaak onderwerp van gesprek. Juist het persoonlijke is reden voor offline ontmoeting. Ook is de geografische spreiding van Goedgelovig vermoedelijk groter dan bij de meeste netwerken op Facebook.
Gebalanceerd
Om een online kerk goed te laten functioneren, hebben we in de eerdere artikelen gezien, is aandacht nodig voor de drie elementen overtuiging, gemeenschap en ritueel. Daarbij is een ecclessiologisch minimum nodig, waarbij voorop staat dat God het is die de kerk bijeen roept en dat de kerk binnen de eeuwenoude traditie staat. In dat opzicht is er veel mogelijk. Wat de drie elementen betreft: Bij Facebook en Goedgelovig zien we dat de ene meer aandacht heeft voor gemeenschap en de ander meer voor overtuiging, en dat Facebook een betere conversie naar online heeft.
Wil een online kerk leren van de manier waarop Facebook en Goedgelovig functioneren, dan moet men in de eerste plaats zien dat de gemeenschap de kurk is waar het geheel op drijft. Een kerk zonder gemeenschap, met alleen een boodschap, is als een hoorcollegezaal. Of, vanuit een online-perspectief: als Wikipedia. Zonder te streven naar onderlinge vriendschappen en persoonlijke uitwisseling, komt conversie naar offline niet van de grond en blijft de kerkelijkheid achter. Een gemeente ben je niet alleen en een gemeente ben je niet zittend achter je PC. Maar een site kan wel een instrument zijn om de gemeente bij elkaar te brengen.
Gemeenschap is weliswaar horizontaal (ik zie hoe fout dit klinkt), maar er is binnen de kerk ook een relatie tot het hogere. Zelfs een Kuitert, voor wie alles van boven van beneden komt, herkent wel een boven, er is ook daarin een verticale relatie. Dat verticale wordt ook uitgedrukt in: „…belijden dat Jezus HEER is (C) en vormen zoeken (D) om zijn heerschappij (C) in steeds weer nieuwe situaties (E) door de kracht en de gaven van de Heilige Geest (F) gestalte te geven (D).” Of, zoals ik zelf schrijf: „een kerk zonder God dient geen doel, want het is God die de vergadering bijeenroept.”
Verder dient overtuiging gedeeld te zijn. Er mag heel veel verschil van mening zijn binnen een kerk en er is zeker ook ruimte voor discussie, maar het doel is niet discussie, het doel is Christus.
Om het doel van de kerk, Christus, tot haar recht te laten komen, is één ritueel zeker onmisbaar: De Eucharistie of het Heilig Avondmaal. Alleen al om die reden is het belangrijk om met enige regelmaat offline bij elkaar te komen. En dan heb ik het nog iets eens over mijn stelling dat missionair kerk-zijn zonder koffie onmogelijk is.
Hoe dan?
Ik heb vooralsnog de term MijnKerk grotendeels weten te ontwijken. Helder mag zijn dat alles over online kerk indirect over MijnKerk gaat, hét online kerk-initiatief. Net als Goedgelovig komen bezoekers van de site uit het hele land en hebben de meeste bezoekers van te voren offline geen contact. Vergelijkbaar met Facebook, is MijnKerk veel meer gericht op gemeenschap, op het bouwen van community, op persoonlijk contact en persoonlijke spiritualiteit.
Tegelijkertijd mist MijnKerk de netwerkstructuur van Facebook. De structuur is in die zin veel minder gelaagd: je kan je vooralsnog niet abonneren op specifieke personen of bevriend worden met mensen. Zolang de community klein blijft, kan een platte structuur werken, wordt deze te groot, dan verliest de site gemeenschappelijkheid, net als grotere kerken ontstaan er actief-kerkelijken en randkerkelijken. De onderlinge betrokkenheid neemt dan af. Dan is ook het voordeel dat online kerk rust kan geven in het offline kerk-zijn, verdwenen.
Nu is de netwerkstructuur niet de enige mogelijke, misschien zelfs niet de meest wenselijke. Zo valt voor te stellen om een meer plaatselijke aanpak te kiezen. Dat zou ook de conversie naar offline en de uitvoering van rituelen vereenvoudigen. Een dergelijke manier van werken zou wel, dat kan een probleem zijn, drempelverhogend werken, mensen moeten dan een account aanmaken en worden in een groep geplaatst waar zij verder tamelijk weinig invloed op hebben. Dat is misschien wel heel kerkelijk, maar online kan het een drempel opwerpen. Bij dit concept kan je, opnieuw, enigszins aan simple church denken.
Internet geeft meer dan offline de mogelijkheid tot dialoog, in ieder geval meer dan een normale kerkelijke bijeenkomst. Dat vergt op internet wel moderatie, 1. omdat mensen als ze elkaar niet zien soms te ‘vrijpostig’ zijn, 2. omdat internet soms al te veel uitnodigt tot vliegen afvangen, 3. discussies goed zijn, maar soms de kerkelijke gemeenschap kunnen overschaduwen.
Dat zijn een aantal praktische ideeën die ik bij online kerk heb. De vraag is of online kerk wel haalbaar is, of het mogelijk is online te voldoen aan het ecclessiologisch minimum. In de meeste gevallen lijkt een combinatie tussen online en offline noodzakelijk. Dat roept de vraag op of het niet zuiverder is om het onkerkelijk te houden, iets is gewoon een (christelijk) discussieforum, of een plaats voor community. Dat is een gedachte. De laatste gedachte over online kerk is in ieder geval nog niet opgeschreven.
De kerk van nu:
Hoe ziet de online kerkelijke community van de toekomst eruit? Henk Medema noemde op zijn blog een aantal goede en belangrijke elementen daarvan. Zijn blog vormt een beginpunt voor een uitgebreidere overdenking van de vraag: Wat is het ding kerk in relatie tot de online wereld? Lees alle artikelen die over de online kerk verschijnen hier. Reacties zijn welkom, hieronder of via de mail: e.tewinkel [at] vrijzinnigevangelisch.nl