Het Reformatorisch Dagblad publiceerde een interview met kardinaal Eijk, Trouw piste daar in drie artikelen overheen, waarop het RD weer meldde dat ‘protestanten geschokt zijn’. De Nederlandse Bisschoppenconferentie meende er ook op te moeten reageren en verschillende bloggers en columnisten deden hetzelfde. Een behoorlijk plakkerige boel, dus. Ik ga er niet ook nog eens mijn behoefte over doen. Ik heb me wel geërgerd aan een aantal zaken en daar ga ik hier even op in.
Om te beginnen ergerde ik mij aan de wijze van journalistiek bedrijven van Trouw. Trouw pakte een paar citaten uit het artikel van het Reformatorisch Dagblad, slechts ten dele citaten, en legde dat aan een aantal ‘prominente protestanten’ voor. Dat is precies waar Arendo Joustra volgens mij over zou zeggen dat “meninkjes belangrijker lijken dan feiten,” zoals in 2011 in NVJ en Vakmanschap. De Bisschoppenconferentie heeft hier zelf al afdoende op gereageerd, dat hoef ik niet nog eens over te doen. Dat ik het met hun kritiek op het artikel van Trouw eens ben, lijkt me helder.
Ongeacht de feiten
Waar ik mij ook aan ergerde is de onvermijdelijke reflex van sommigen dat de journalistiek in zijn algemeenheid rot is en niet gericht op waarheid. Waarschijnlijk verwijt ik het mezelf later dat ik überhaupt de moeite neem om op dat soort bizarre beweringen in te gaan.
De bewering dat de journalistiek onbetrouwbaar is, is al oud. Broersma citeert de meer dan dertig jaar oude reactie van Broder op deze kritiek in The Unbearable Limitations of Journalism: “But it’s the best we could do under the circumstances, and we will be back tomorrow, with a corrected and updated version.”
Concrete cijfers over het aantal feitelijke onjuistheden in journalistieke producties zijn moeilijk te produceren, zeker daar vermoedelijk vele feitelijke onjuistheden nooit of pas veel later zichtbaar worden. Dat de kwaliteit van de journalistiek in Nederland onverminderd hoog is, laten Ellen Hijmans, Kees Buijs en Pytrik Schafraad wel zien in Journalistiek in Diskrediet, waar zij laten zien dat het grootste deel van de journalistieke producties (van Volkskrant, NRC, Algemeen Dagblad en De Gelderlander) eigen journalistiek werk zijn en niet op basis van persbureaus of persberichten.
Waar gehakt wordt, vallen spaanders. Het komt zeker voor dat artikelen feitelijke onjuistheden bevatten en ook ik schrijf daar soms over, zoals in een eerder artikel over homoseksualiteit en Trouw. Maar de bewering dat de Nederlandse journalistiek in zijn algemeenheid onbetrouwbaar is, mist iedere grond. Laat staan dat deze zaak daar een voorbeeld van zou zijn.
Intentional fallacy
Wat bij mij de meeste ergernis opwekte is wel de bewering dat het Reformatorisch Dagblad de lezer verkeerd voorgelicht zou hebben en zou proberen een achterhaald beeld van het RKK overeind te houden. Op Twitter wordt allerlei onzin geroepen, daar ga ik verder niet op in, maar ook een serieuze katholieke schrijver als Remco van Mulligen, die ik overigens graag lees, koos deze insteek op protestant.nu.
Zonder enige bewijsvoering kiest hij ervoor om het RD te verwijten “doelbewust en onterecht de indruk van een boze protestantenvreter” te wekken. En hij gaat nog verder:
RD zocht, als onversneden bevindelijk gereformeerde krant naar bevestiging van haar beeld, dat die oude enge, agressieve katholieke kerk, de kerk van de inquisitie, alle zoete woorden over oecumene ten spijt nog steeds bestaat. Ze creëerde vervolgens haar eigen ‘bewijs’.
Al deze beschuldigingen moet Van Mulligen op de kop “Eijk: Leer en vervloekingen Trente „onverkort” van kracht” baseren, daar het artikel inclusief intro door Eijk geaccordeerd is. Als het waar is dat het Reformatorisch Dagblad een duister beeld, zoals Van Mulligen schetst, over de RKK wilde oproepen, waarom, vraag je je af, accordeerde Eijk dan het interview? Alleen de kop is er later nog aan toegevoegd. Het valt daarbij moeilijk te zien hoe deze kop een andere boodschap heeft dan de intro, die ik voor de gelegenheid in zijn geheel citeer:
Kardinaal Eijk is er duidelijk over: de geloofswaarheden die het concilie van Trente in de 16e eeuw vaststelde, zijn nog „onverkort” van kracht. En dat geldt ook voor de vervloekingen die de kerkvergadering uitsprak over degenen die deze leerstukken verwerpen. Zoals de protestanten.
Damage control
Dat er kritiek mogelijk is op deze intro, waarvan de laatste zin volgens mij een al te grove algemenisering is van Eijks ‘mensen die „met kennis van zaken, in het volle besef van de waarheid en met een vrije wil” de geloofswaarheden van de kerk verwerpen,’ lijkt me logisch. Maar nogmaals: Eijk heeft het hele artikel, inclusief intro, goedgekeurd. Eventuele fouten in het artikel heeft hij dus aan zichzelf te wijten.
Van Mulligen gaat hier verder niet op in, zijn kritiek geldt slechts het RD en Trouw. Hij komt voor Eijk op door te melden dan het Reformatorisch Dagblad een karikatuur neerzet en erger, dat deze krant een “dubbele agenda” heeft. Terwijl, en Van Mulligen komt zelf ook al tot die conclusie, Eijk in het artikel heel goede en genuanceerde dingen zegt.
Een journalist die een artikel eerst laat accorderen door een geïnterviewde, mogelijk heeft Eijk dat als eis gesteld, verliest daarmee een deel van de vrijheid wat hij of zij er wel inzet. Maar accordatie heeft geen enkele invloed op wat deze journalist er niet inzet. Als de journalist dus Eijk genuanceerd in het artikel opvoert, dan is dat uit eigen beweging.
Ook de Bisschoppenconferentie houdt het bij de terechte kritiek op Trouw, waarbij ze ook een pdf toegevoegd hebben van “wat de kardinaal wel heeft gezegd, zonder redactionele bewerking van het RD.” Wie dan wel die redactionele bewerking verricht heeft, is me niet duidelijk, dat het redactioneel bewerkt is, is op het eerste gezicht duidelijk.
De indruk die ik krijg, is dat Van Mulligen precies hetzelfde probeert te doen als de “officieuze persbrigade” van de Rooms Katholieke Kerk in Nederland, namelijk damage control. Deze ‘persbrigade’ doet dat misschien door Eijk als een soort seniele oude man te presenteren die niet meer van deze tijd is, Van Mulligen doet hetzelfde door de boodschapper aan te vallen. Beide varianten zijn vruchteloos.
Verstandig
Damage control is helemaal niet nodig. Tenminste, niet wat het artikel in het Reformatorisch Dagblad betreft. Het zou nogal een onderschatting zijn van het intellect van de lezers van de krant om te menen dat zij de nuance in de woorden van de kardinaal niet zouden herkennen. De waarschuwing van Eijk geldt mensen die onderdeel zijn van de RKK en haar leer kennen en die dan besluiten om deze kerk te verlaten. Zij worden uitgesloten van de sacramenten, dus ook van de Eucharistie. Zo hebben de verschillende protestantse groeperingen, waaronder de reformatorischen, hun eigen redenen om mensen te weren van het Heilig Avondmaal. De lezers van het RD begrijpen dit prima.
Niet voor niets noemde woordvoerder Anna Kruse van de Nederlandse Bisschoppenconferentie in Trouw de uitspraken in het interview een handreiking. Toen ik het artikel (online) in eerste instantie las, dacht ik daar niet anders over. De discussie die erop volgde, verbaasde me dan ook zeer. Het lijkt me dan ook dat het Trouw was die de knuppel in het hoenderhok gooide, een krant die, zoals ik zelf ook eens opmerkte, zich soms opvallend graag afzet tegen conservatieve gelovigen.
Het Reformatorisch Dagblad doet dit niet en het lijkt me onnodig om deze krant in dit geval in dezelfde categorie te stoppen als Trouw, zoals sommige twitteraars doen. Remco van Mulligen maakt dit onderscheid overigens wel. Ik zou zeggen: de juiste reactie op dit alles is niet de katholieke en reformatorische orthodoxie tegen elkaar uit te spelen door de boodschapper aan te vallen. Het beste kan je slechts glimlachen om de stampij die enkele progressieven menen te moeten maken. Ten slotte zitten orthodoxe protestanten en orthodoxe katholieken in hetzelfde schuitje.
Één reactie op “Eijk zei verstandige dingen, zijn medestanders niet”
Hier de echte woorden van kardinaal Eijk: http://www.rkkerk.nl/bestanden/Wat%20kardinaal%20Eijk%20echt%20heeft%20gezegd%20bijlage.pdf