“Anonimiteit was een van de belangrijkste oorzaken van het snelle succes van het internet,” schrijft journalist Arnoud Groot in mei 2013 op de website van Radar in een serie columns over anonimiteit op internet. Toen kon hij dat nog schrijven. Sinds ons aller goede vriend Edward Snowden weten we in ieder geval dat die anonimiteit een farce is, tenminste wat de overheden betreft. Ergens jammer, want er is niets zo goed als het verbergen van onze ware, authentieke zelf.
Al leest de NSA mee met alles wat we op het internet doen, anonimiteit naar het grote publiek blijft wel. Op internet kan je zeggen wat je wil, zonder de sociale conventies en dwingende ogen, op internet kan je echt jezelf zijn. Zeggen wat je wil: internet drijft op ‘authenticiteit’, juist door de anonimiteit heb je, hoe tegenstrijdig dat ook klinkt, geen masker meer nodig. De resultaten daarvan zijn zichtbaar.
Wie weleens per ongeluk op het internet kijkt (kenners noemen het ‘de interwebs’), schrikt zich gemakkelijk een ongeluk hoeveel vuiligheid er de over de digitale snelweg stroomt, vaak uitgedrukt in zinnen vol taalfouten (‘taalvauten’) op marginale schreeuwblogjes en de website van De Telegraaf. De mens zonder masker is een gedrocht.
Toch zijn maskers ook niet populair binnen de evangelische beweging en bij Berea zelf. Vaak is een lofzang aangeheven voor de authenticiteit van mensen en werden we lyrisch als je, zoals we dat noemden, helemaal jezelf bent. Al geef je dan ook het verkeerde voorbeeld. Je mag zijn wie je bent, leren we, “Jezus houdt van je, wie je ook bent.” Prachtig. We mogen ons masker afzetten, al onze vuiligheid naar buiten werpen. Maar de put raakt nooit leeg. En ‘ho wacht eens even’, willen wij als kerk die vuiligheid wel zien? Als je het mij vraagt, zijn wij als kerkmensen veel te goed afgericht om echt onze vuile was buiten te hangen. Ja, als je als ongetrouwde vrouw zwanger bent, dan wel, maar dat verberg je dan ook niet zo gemakkelijk 🙂 Voor de rest zijn we te goed geconditioneerd. Nee, op de interwebs mag je jezelf zijn, in de kerk zéggen we alleen maar dat dat mag.
Ach, het is maar goed ook. Sinds Edward Snowden kijken we wel uit wat we op internet zetten, Big Brother de overheid is watching you. En een alwetende God die oordeelt doet het ook heel goed om ons in het gareel te houden. Maar ja, die oordelende God heeft de maatschappij afgeschaft en het evangelisch christendom is overenthousiast gevolgd. ‘Authenticiteit’ is in de plaats gekomen wat men vroeger ongecultiveerd en domweg lelijk vond. En op de interwebs kan iedereen ‘authentiek’ zijn, niet alleen de blanke man uit de middenklasse.
Paulus, de kleine man met grote daden, schafte juist die authenticiteit af: In Christus is geen man meer en geen vrouw, geen Jood en Griek, geen slaaf en geen vrije. In Christus is slechts Christus. Dag, dromen van individualiteit en authenticiteit. Het grote voordeel van een oordelende God is niet dat wij kunnen doen wat we willen, dat is niet zo, maar dat het oordeel van onze medemens niet zo belangrijk is. Wees dus slechts als Christus en niet meer dan dat.
In eerste instantie geschreven voor de Gastendienstkrant van Berea Apeldoorn de Maten, maar had een ander wat genuanceerder idee en heb dat uitgewerkt. Leek me toch leuk om ook deze even te plaatsen. In ieder geval: vandaar de verwijzing naar Berea.