Categorieën
Kerk

Is er nog Iemand thuis?

gedachten n.a.v. 7 keer 7

7keer7, god, alex ten cate
Is er nog een God aan de andere kant van de lijn?

Twee weken geleden bezocht ik de roadtrip van 7 Keer 7 in het Leeuwarder Café Blauwhuis, al enigszins opgewarmd via Twitter. Ik was aanvankelijk enthousiast over het initiatief. Dat sloeg wat om in scepsis na het volgen van hashtag #7keer7 bij de eerste avonden.

Mijn tweets tijdens die avonden geven mijn houding goed weer:

Door: Alex ten Cate

Ik moet zeggen, ik ben er nog steeds niet uit. In elk geval was het voor mij een profetische avond – niet zozeer in de charismatische zin van het woord maar omdat er iets werd scherpgesteld over het heden van de kerk en tegelijk duidelijk werd waar de uitdaging voor de toekomst ligt. En die is wat mij betreft veel fundamenteler dan we denken.

De uitdaging ligt wat mij betreft niet in het herschikken van de meubels (beetje minder regels, beetje lossere vormen, beetje meer sociale actie) – dé uitdaging die voor mij als een rode draad door de avond liep, is de vraag: “Is er nog iemand thuis als we over ‘God’ praten?”

Andries Knevel opende de avond met een prachtig betoog waarin hij ‐ in de geest van NT Wrights tweeslag “worship & mission”‐ de woorden aanbidding en dienen als kernbegrippen overhield.

God is God
Zijn punt over “dienen” werd onderstreept door PvdA‐raadslid Ömer Kaya, die vertelde hoe het steeds ‘de mensen van de kerk’ waren die zijn familie bij aankomst in Nederland onvoorwaardelijke liefde lieten zien, uitgedrukt in praktische dienstbaarheid.

Dat praktische dienstbaarheid en sociale gerechtigheid bij de kern van de kerk van de 21e eeuw horen, lijkt me niet meer controversieel. Maar laten we het eens over Knevels andere kernwoord hebben: aanbidding.

Knevel begon bij Barth, die zijn tienduizend pagina’s Kirchliche Dogmatik samenvatte in de drie woorden “God is God”. Dat besef, dat er een grote God is die bestaat in en vanwege Zichzelf, plaatste Knevel tegenover het “nuttigheidsdenken” van een samenleving die gekenmerkt wordt door consumentisme – ook op kerkelijk erf. De remedie tegen dit consumentisme noemde Knevel, met een evangelisch woord, aanbidding. Dat is veel meer dan het zingen van liedjes: het gaat om het leven en spreken vanuit het besef dat er Iemand aan de andere kant van de lijn is die niet bestaat vanwege mijn nut en mijn comfort.

Toen realiseerde ik me: dit is wat mij ten diepste dwars zit aan het idee van #7keer7, of in elk geval aan het soort elitair, hoogopgeleid verzet tegen een christendom‐dat‐niet meer‐voldoet dat er als vliegen op een pot stroop op af komt ‐ en dat niet persé iets zegt over het hart achter het initiatief.

Voor mij viel het op zijn plaats bij Knevels betoog over aanbidding. Alles wat we willen en kunnen veranderen aan de kerk is prima. Maar de kernvraag is: is er nog Iemand thuis? Is er nog een God aan de andere kant van de lijn die God is, en die niet alleen maar bestaat vanwege mijn nut en comfort?

Normatief?
De waarde van het zoeken van de stilte, zoals mooi uitgelegd door Sietske Visser van missionair project Nijkleaster, zeker! Maar maakt het nog iets uit of je in die stilte God ontmoet, of alleen maar een soort ‘verbinding met elkaar’ of de ‘goddelijke vonk in jezelf’? Het publiek in de open space maakte het niet veel uit.

[aesop_image img=”http://www.vrijzinnigevangelisch.nl/wp-content/uploads/2014/06/7keer-7-rogier-pelgrim.jpg” imgwidth=”599″ caption=”Rogier Pelgrim tijdens 7keer7″ alt=”rogier pelgrim, 7keer7″ align=”center” captionposition=”right” lightbox=”off”]

De waarde van het vinden van nieuwe vormen van kerk‐zijn, zoals verhaald door Margrietha Reinders van Heilig Vuur Amsterdam, ja! Maar is ‘de kracht van de heilige geest’ (ik schrijf met opzet even geen hoofdletters) alleen nog iets dat ‘werkelijkheid wordt’ in ontmoetingen tussen mensen, of is er echt nog Iemand Anders aan de andere kant van de lijn? Is er echt nog ‘the power of the Holy Spirit’ ‐ met hoofdletters?

De waarde van het liefhebben en verwelkomen van mensen uit elke seksuele walk of life? Absoluut! Predikant Wielie Elhorst noemde een lange rij ‘schuinsmarcheerders’ op, zoals koning David, die hun plaats vonden in de geschiedenis van Gods volk. Maar leidt dat tot zijn conclusie – het loslaten van alle normativiteit (inclusief ruimte voor polygamie!) ten gunste van nabijheid – omdat ‘de levens van sommige mensen niet in het normatieve verhaal passen’?

Als er echt nog Iemand aan de andere kant van de lijn is, is de conclusie omgekeerd. Niemand van ons ‘past in het verhaal’. David de schuinsmarcheerder was welkom, maar niet om te blijven schuinsmarcheren. Hèt verhaal van de kerk is dat God in Jezus iedereen nabij is gekomen omdat niemand ‘in het verhaal past’ ‐ maar óók dat Hij ons allemaal door het proces van navolging (de “n” die Elhorst vergeet) passend máákt.

Tenzij het allemaal gaat om ons eigen nut en comfort, uiteraard. Tenzij er aan de andere kant van de lijn eigenlijk Niemand meer is die wij antwoorden. Niemand meer die God is en die wij aanbidden.

Wie is God?
De grootste wake‐up call kwam voor mij van rabbijn Lody van de Kamp. Juist als Jood spoorde hij christenen aan om niet steeds maar mee te gaan in maatschappelijk geaccepteerd denken. Om vast te houden aan overtuigingen en om anders te durven zijn. Dit omdat gelovige mensen die durven staan voor wat ze geloven nog de enige dam zijn tegen seculiere meerderheidsdwang, die in een samenleving altijd slecht uitpakt voor de Joodse gemeenschap.

Dit was voor mij profetisch. Ik schaamde me ook. Een samenleving verliest haar veiligheid, haar diversiteit, haar ruimte voor verschillende opvattingen. En het christendom dat haar moet dienen, maakt zich druk om werkvormpjes, om ruimte om persoonlijke spiritualiteit toch vooral lekker oningevuld te laten (God? goddelijke vonk? ikzelf?), om ruimte om elke seksuele zelfexpressie na te jagen die ons maar hard genoeg aantrekt.

De vraag is: wie of wat aanbidden wij? Wie is God? Is God God? Is er überhaupt aan de andere kant van de lijn nog een God? Rond die vraag zal het christendom van de 21e eeuw slagen of falen.

Hoogopgeleid, oningevuld en cultiverend
Is er een God, dan vallen alle andere zaken op hun plaats. De ontmoeting. De stilte. De praktische dienstbaarheid. De sociale gerechtigheid. Het onvoorwaardelijke welkom. De acceptatie van de realiteit van seksuele gebrokenheid. De nieuwe werkvormen. De cultuur van niet‐oordelen. Alles valt op zijn plaats als er nog Iemand thuis is aan de andere kant van de lijn. Alles valt in het water als dat niet zo is.

C.S. Lewis zei dat er aan het eind van de rit twee soorten mensen zijn: “Those who say to God ‘Your will be done’, and those to whom God says ‘Your will be done’”.

Over dienen is iedereen het eens, en de beweging naar praktische dienstbaarheid en sociale gerechtigheid raakt in razend tempo geworteld in de fabric van christelijk Nederland. Gelukkig maar. Ik noem alleen maar de opkomst van Compassion, International Justice Mission, Stop the Traffik, St. Present, en dan hebben we het over de belangrijkste expressie van christendom –de lokale kerk‐ nog niet eens gehad.

Maar aanbidding? Het explosief groeiende christendom in de two‐thirds world, dat zowel justice als orthodoxie als de charismatische dimensie hoog in het vaandel heeft staan, werd op #7keer7 geen enkele keer genoemd. Misschien voldoet het wel niet aan een bepaald hoogopgeleid, oningevuldheid cultiverend Nederlands nut.

Wat ik ‘meeneem’ is de balans in Knevels betoog ‐ dat uiteindelijk het start‐ en eindpunt aanbidding is. Ik denk dat we de ‘profetische’ waarde van de #7keer7‐avonden niet moeten onderschatten. Voor mij werd in elk geval zichtbaar hoe het christendom in Nederland in de 21e eeuw kan staan of vallen. En hoe staan alleen maar kan op onze beide benen.

Alex ten Cate is mede-voorganger van de Vineyard-gemeente in Kollumerzwaag.

Één reactie op “Is er nog Iemand thuis?”