Gelijktijdig met de NBV kwam ook de Naardense bijbel uit. Waar de NBV zich richtte op begrijpelijk taalgebruik en een Nederlandse zinsbouw had de Naardense vertaling juist als doel een zo letterlijk mogelijk vertaling te geven. Dit monnikenwerk van Pieter Oussoren bleek desondanks verrassend goed leesbaar en werd door vriend en vijand (zijn die er überhaupt?) geprezen. Ten opzichte van de NBV misten de deuterocanonieke boeken echter wel. Dat is rechtgezet met Buiten de vesting, die naast de deuterocanonieke nog meer apocriefe literatuur bevat.